Tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie is de circulaire economie een belangrijk speerpunt. Het NIOO heeft zich onder aanvoering van Vet ingezet om het onderwerp op de agenda te plaatsen. De directeur ziet het voorzitterschap als mogelijkheid voor Nederland om zich te profileren als hotspot voor de circulaire economie. “We hebben erg veel mooie projecten lopen die we kunnen laten zien en dat is eigenlijk de bedoeling om andere te inspireren en om dat verder te brengen”, zegt ze.
Duurzaam kantoor Wageningen
Een voorbeeld is het nieuwe kantoor van het NIOO. Zo gaat het instituut heel ver in het sluiten van zijn kringlopen. Vet: “Dat proberen we met water en onze eigen uitwerpselen, maar ook door de materialen die we hebben uitgekozen.”
Zo werkt het kantoor met het concept 'poep is goud', waarbij de uitwerpselen van de medewerkers van het NIOO een bruikbaar eindproduct worden. De ontlasting ondergaat een proces waardoor verschillende eindproducten uit de stroom worden gehaald in de vorm van energie, bioplastic en algen, die als meststof gebruikt kunnen worden.
De vergister die het NIOO gebruikt om van ontlasting energie te genereren is geen nieuw concept. De techniek wordt ook in een woonwijk in Sneek gebruikt. De algenbioreactor heeft bovendien interesse gewekt bij het Ecodorp in Boekel.
Uitdagingen voor de circulaire economie
De circulaire economie vraagt om andere competenties. Samenwerkingen zijn heel belangrijk, meent Vet. “Je moet een ecosysteem bouwen met heel veel verbindingen. Als je één toeleverancier hebt en één afzetmarkt, dan ben je veel te kwetsbaar. Eigenlijk is de circulaire economie geen kringloop maar een web.”
Voor Vet is de circulaire economie meer dan alleen het sluiten van de kringloop. Ook zonne-energie en biodiversiteit zijn volgens haar belangrijk in een integrale benadering van duurzaamheid. Lokaal kringlopen sluiten is volgens de NIOO-directeur heel belangrijk. Ook multinationals zouden meer lokaal moeten produceren en verkopen.
De circulaire economie moet volgens Vet goed zijn voor het milieu. Maar bedrijven moeten sociale aspecten niet uit het oog verliezen. Als voorbeeld noemt Vet tapijttegelfabrikant Interface, dat nylon voor zijn tapijttegels maakt van visnetten uit koraalriffen. In West-Afrika en bij de Filippijnen heeft het bedrijf samen met de lokale bevolking een verdienmodel ontwikkeld om oude visnetten in te zamelen en te verwerken in tapijttegels. Vet: "Dat is dus echt People, Planet en Profit."
Foto: Nederlands Instituut voor Ecologie (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in
