Zweedse auto's rijden op hout door Nederlandse bio-olie fabriek

De fabriek wordt door de bedrijven TechnipFMC en BTG-BTL gebouwd waar circa 35.000 tot 40.000 ton houtafval per jaar wordt verwerkt. Door een speciale techniek, die meer dan 25 jaar geleden bedacht werd aan de Universiteit Twente, zullen zo’n 15.000 gezinsauto’s op de zogenaamde pyrolyse-brandstof rijden. Deze brandstof draagt bij aan de Europese doelstelling RED II. Daarin is vastgelegd dat minstens 10 procent van de energie binnen de transport uit hernieuwbare bronnen moet komen.

Zo maak je van hout benzine

Zuurstofhoudende grondstoffen zoals bijvoorbeeld zaagsel en bermgras worden bij pyrolyse zonder zuurstof verhit tot ongeveer 500 graden Celsius waardoor ruwe bio-olie ontstaat. Deze techniek vindt in de natuur ook plaats. Waar het in de natuur miljoenen jaren duurt, gebeurt het bij deze techniek in enkele seconden. De biobrandstof wordt gemengd met andere vormen van olie, zoals bio-olie en fossiele olie, waardoor benzine en diesel ontstaat die deels uit duurzame olie bestaat.

Duurzame brandstof

Volgens de twee bedrijven is de brandstof die van pyrolyseolie gemaakt wordt groen, duurzaam en kan het fossiele olie vervangen. “Onze olie is een goed alternatief voor fossiele olie, die hierdoor onder de grond kan blijven zitten,” zegt Gerhard Muggen, managing director bij BTG-BTL. “We maken gebruik van natuurlijke restproducten en zo draagt deze techniek op verschillende manieren bij aan een duurzamere wereld. Ook is het een zogenaamde ‘non fossil, non food’ olie. Dat betekent dat er geen bomen gekapt of landbouwgrond opgeofferd hoeven te worden voor de productie van deze olie.

De bouw van de fabriek zal dit jaar nog starten en de opening staat in 2021 gepland. De fabriek wordt direct naast een houtzagerij in Gälve, zo’n 170 kilometer ten noorden van Stockholm, gebouwd. Hierdoor is het benodigde zaagsel direct voorhanden en zijn er geen transportmiddelen nodig.

Foto: Adobe Stock | Video: skocu.