Leestijd 12 minuten

Directeur Loek Radix: “We moeten in actie komen om de continuïteit van Chemelot te waarborgen”

Op de vraag hoe het Chemelot vergaat met betrekking tot het behalen van de doelstellingen van 2030, start directeur Loek Radix van het Chemelot-terrein het interview meteen zoals hij het daarna zal blijven herhalen, want frappé toujours, hij moet blijven herhalen hoe belangrijk de chemische industrie is voor de hele keten en: Chemelot kan het niet alleen.

Chemelot 7

“We staan voor een lándelijke opgave om voor 49 procent CO2 reductie te hebben gerealiseerd in 2030 ten opzichte van het jaar 1990.” Als je directeur Loek Radix van het chemische industrieterrein Chemelot in Zuid-Limburg vraagt naar de duurzame toekomstplannen richting 2030, steekt hij direct van wal. Hij heeft concrete plannen klaarliggen. “We volgen drie lijnen. In de eerste plaats gaan we voor lachgasreductie. In de tweede plaats gaan we voor het opslaan van CO2, dat heet CCS, onder de Noordzee en in de derde plaats voor het efficiënter omgaan met energie.”

Op de vraag of Chemelot op schema ligt wat deze drieluik betreft, hapert Radix even. “Dat zijn voor een deel plannen die een lange aanlooptijd hebben.” Chemelot werkt al wel aan lachgasreductie en doorlopend aan efficiënter omgaan met energie. “Maar op dit moment vindt CCS nog niet plaats, omdat we daar anderen voor nodig hebben. Als dat eenmaal mogelijk is, kunnen we meteen hele grote slagen maken.”

Lange termijn

Over de visie voor en de rol van Chemelot in het behalen van de klimaatdoelstellingen in 2050, daar moet Radix even goed voor zitten. Dat is volgens deze directeur een wezenlijk andere aanpak. Daar gaat Chemelot maximaal inzetten op circulariteit, langs twee wegen. “We gaan werken aan de verduurzaming van onze grondstoffen. Daarbij willen we met name grondstoffen circulair maken. Daarnaast is het natuurlijk zo dat we landelijk grote stappen zetten in de elektrificatie van alle processen. Te zijner tijd hebben we daar heel veel groene stroom voor nodig, ook op Chemelot.”

Grootste hobbel

Radix ziet dat dat besef langzamerhand begint in te dalen. Hij hoopt dat het nieuwe kabinet dit punt op de agenda gaat zetten. Maar het gaat Radix niet snel genoeg. Er wordt niet goed gekeken naar de rol van een site als Chemelot. “Een hele grote hobbel die voor ons ligt, is dat er vooral wordt gekeken naar de eigen, rechtstreekste CO2-uitstoot van een bedrijf.”

Radix haalt een voorbeeld aan. “Als wij één kilo plastic maken, heb je daar één keer CO2-uitstoot bij. Maar het plastic verlaat onze site en als deze verbrand wordt, dan leidt dat opnieuw tot CO2-uitstoot. Als je circulair wordt, haal je die afvalstromen terug naar je site en gebruik je die opnieuw. Dan vermijd je die twee keer CO2-uitstoot. Maar als wij dat doen, wordt het helemaal niet toegerekend aan Chemelot.” Hij vindt dat meer dan frustrerend. “Het wordt toegerekend aan de verbrandingsoven die dat afval niet meer verbrandt. En niet aan degene die dat mogelijk maakt, namelijk wij, Chemelot. Dát is echt een belangrijke hobbel.”

Volgens Radix wordt nog te veel in hokjes gedacht en te weinig gekeken naar de integrale maatschappelijke impact van het geheel. “Daarom”, zegt Radix, “zetten we zwaar in op lobby”. Met een positief gemoed, dat wel. “Ik denk dat uiteindelijk iedereen zijn gezonde verstand zal gaan gebruiken om te komen tot het behalen van de doelstellingen in 2050. Want als we dat niet doen, blijven we zitten met bijvoorbeeld afval waar geen oplossing voor is.” En ook hierin toont Radix zich positief. “Juist afval kan in de toekomst een belangrijke kostbare grondstof zijn voor onze activiteiten.”

Lees ook: welke rol gaat waterstof spelen in de Nederlandse economie?

Gedreven positivisme

Zelf noemt Radix zich niet zozeer positief, en ook niet idealistisch, maar realistisch. Het is voor hem niet de vraag óf we stappen moeten maken, maar wanneer. En welke dat dan zijn. “We moeten in actie komen om de continuïteit van Chemelot te waarborgen. Ik kom uit Zuid-Limburg en heb de eerste mijnsluiting meegemaakt. Ik heb met eigen ogen gezien wat voor een ontwrichtende impact dat heeft op een samenleving.” En hier komt de echte, persoonlijke driver van Radix naar boven. “Die impact was heel heftig op sociaal, economisch en cultureel niveau. Daar zie je overigens nog altijd de littekens van.” Zijn gedrevenheid krijgt een gezicht. Een gezicht van de vele Limburgers die hun baan kwijtraakten in 1974 en thuis kwamen te zitten. Er kwam een einde aan een decennialange mijnbouw in het aller zuidelijkste puntje van ons land. Het was een mokerslag voor veel gezinnen, die nog weerklinkt in de generaties van vandaag.

“De arbeidsparticipatie is hier nog steeds lager dan in de rest van Nederland, de levensverwachting en gezondheidstoestand is ook nog altijd minder goed en het aantal tienerzwangerschappen ligt gemiddeld op een hoger aantal dan in de rest van het land.” Het is een emotionele oproep van deze eigenlijk heel nuchtere macro-econoom. “En het is allemaal rechtstreeks terug te voeren op de sluiting van de mijnen. En als we nu zien voor welke uitdagingen we staan bij Chemelot, dan moeten we oppassen dat er niet een mijnsluiting 2.0 gaat plaatsvinden! Dat zou dodelijk zijn voor deze regio. Dát is mijn belangrijkste drijfveer.” En hij merkt, als hij de mijnsluiting aanhaalt bij derde partijen, dat het dan goed resoneert. “Mensen hebben niet door dat we al een keer door een energietransitie zijn gegaan met alle negatieve gevolgen van dien. Niemand wil een mijnsluiting 2.0 variant meemaken. Daarom heeft het ook geen zin meer om ideologische beschouwingen te hebben. Dit is de realiteit.”

Cruijffiaans gezegde

De directeur denkt even na. En er komt weer een lach op zijn gezicht. “Zoals onze grote filosoof zei, en ik draai ‘m even om: elk voordeel heb z’n nadeel.” Volgens Radix is het grote voordeel van Chemelot dat het terrein heel sterk geïntegreerd is en 'de bedrijven op site', zoals hij dat zegt, samenwerken in de keten. “Dus als je aan de voorkant vergroent, vergroen je ook aan de achterkant.” Het grote nadeel daarentegen is dat als er een of twee spelers in de schakel omvallen, dat dan de hele keten in elkaar zakt. “Ik heb er geen slapeloze nachten van, maar op termijn moeten we dat probleem oplossen.”

Radix en zijn bestuur hebben ondanks deze zorgen niet een heel pallet aan toekomstscenario’s gemaakt voor verschillende oplossingen. Chemelot gaat voor slechts één scenario. “De belangrijkste grondstoffen zijn twee fossiele grondstofstromen, aardgas en nafta. En die moeten worden vervangen. Daar zetten we maximaal op in. Dus conceptueel is het redelijk simpel, maar het gaat wel om een miljard kubieke meter aardgas en vier miljard kilo nafta. Het is een uitdaging.”

Lees hier meer over Chemelot

Gat in de keten

Radix komt op het eerste gezicht wat stug over, maar is zeker ook een optimistische man. “We hebben een fantastische site, met enorm veel kansen.” Hij doet daarom gewoon een oproep. “We hebben nog fysieke ruimte voor nieuwe bedrijven.” Hij zegt het niet zomaar. Nieuwe bedrijven zijn een groot onderdeel van de oplossing om zijn doelen te bereiken. “Aardgas krijgen we van de Gasunie, nafta krijgen we vanuit raffinaderijen uit de Rotterdamse haven. De alternatieve grondstoffen zullen door andere partijen aangeleverd moeten worden. Dat zullen onze bedrijven niet zelf gaan doen.” Dat betekent volgens de directeur dat er een gat in de keten ontstaat dat opgevuld moet worden.

“Wat je ziet is dat nieuwe bedrijven daarop inspringen. We hebben nu RWE, Plastic Energy, Black Bear Carbon, dat zijn bedrijven met eigen financiering. Maar het gaat om een groot gat en dus groot geld.” Dus ja, er is dringend behoefte aan nieuwe organisaties. En wel op heel korte termijn, zegt Radix. “Het is een illusie om te denken dat het allemaal start-ups zullen zijn. Daar zullen ook gevestigde namen tussen zitten, die op de een of andere manier een rol in die nieuwe grondstoffenketen willen vervullen.”

Het trio

Volgens Radix is Chemelot aantrekkelijk omdat het al de duurzaamste site van Europa is. “Omdat we zo enorm efficiënt met onze energie en warmte kunnen omgaan vanwege die integratie. Ik ben ook heel trots op wat hier staat en daardoor optimistisch over de kansen.” Maar hoe gedreven en optimistisch ook, Chemelot kan het niet alleen. Zoals hij eerder aangaf, zijn er dus nieuwe ondernemingen vereist die op het Chemelot terrein mede kracht geven aan de geïntegreerde uitvoering van de toekomstplannen. Maar er zijn meer partijen nodig.

Zoals de overheid in verband met regelgeving, dan wel subsidiepotten, om de groeikracht te geven om de ontwikkeling door te voeren. En, zegt Radix, dan is daar nog een derde, niet onbelangrijke partij: de directe omgeving. Radix: “Van aardgas en nafta heeft nu niemand last, want die worden netjes via buisleidingen aangevoerd. Dat is de minst verstorende en meest veilige methode van transport.” Chemelot doet nu onderzoek naar de buizencorridor richting Rotterdam om daar de groeifase mee in te kunnen gaan. Maar zeker in de beginfase is meer transport nodig van nieuwe circulaire grondstoffen. Zoals bijvoorbeeld rubbergranulaat naar Chemelot om de bestaande fossiele grondstofstromen te vervangen. “Dat kan in potentie belastend zijn voor omgeving.”

Frappé toujours

De hoop van Radix is dat er een trots ontstaat vanuit de omgeving, om mee te groeien, en om die groei te faciliteren. “Ik sprak laatst met hoogleraar Ira Helsloot. Uit onderzoek blijkt dat het hebben van werk de meest bepalende factor is voor een goede gezondheid. Het verlengt je levensduur met zes jaar. Daar kan Chemelot in toenemende mate een rol spelen in de toekomst.” Maar hoe krijg je mensen mee? Dat is de grote vraag. Het is menselijk om naar de nabije toekomst te kijken, en niet naar de toekomst over dertig jaar. Het is ook logisch dat mensen van alles willen ondersteunen, maar niet als het henzelf aangaat.

Om een voorbeeld te noemen: er zijn weinig mensen tegen windenergie, maar je moet privé geen last hebben van een windturbine in je achtertuin. “We zien dat communicatie hier een belangrijke rol in speelt.” Radix haalt de tipping-point theorie aan. “Je hebt altijd een kleine groep voorstanders, een net zo’n kleine groep tegenstanders en dan nog een gigantische groep van een zwijgende meerderheid. Die laatste weet niet heel goed wat er gebeurt, en is niet heel betrokken. Die moeten we motiveren. Dat is niet wat je van vandaag op morgen voor elkaar krijgt. Dat is een proces. Maar ik zeg altijd, frappé toujours, je moet blijven herhalen.”

Stapje terug

Radix ziet daar nog wel een uitdaging in. In een overleg met zes grote industriële clusters dat hij onlangs had, hoorde hij dat iedereen tegen het huidige imagoprobleem oploopt. “Ik zei, ik ben macro-econoom. Als je even een stapje terugzet en de situatie aanschouwt met de vraag in je hoofd: wat drijft onze welvaart en ons welzijn?” Het zijn volgens Radix dan met name de primaire sectoren: landbouw, industrie, en grondstoffenwinning uit mijnbouw. “Daar wordt het geld verdiend. In feite parasiteren de secundaire en tertiaire sector op die primaire sector. Je kunt niet zeggen, die primaire sector moet maar weg als je tegelijkertijd meer geld wil hebben voor de gezondheidssector en het onderwijs. Dat gaat niet samen. Je ziet toch dat de echte welvaart in de Westerse wereld hand in hand is gegaan met  de industriële revolutie.”

Werk aan de winkel dus, zeker als het gaat om het imago van de industrie en chemie. Maar daar is een duidelijke strategie voor nodig, zeker ook bij de overheid. En juist dat mist Radix. Strategie, leiderschap en duidelijkheid. “En een integraal plan. Ik ben nog nooit in Den Haag gevraagd door een ministerie om hierover te praten. Ik heb van hen nooit de vragen gekregen die jij me nu stelt: wat gaan jullie doen, wat zijn de knelpunten, waar heb je hulp nodig? Dat zou je wel mogen verwachten. Er wordt niet gekozen voor een specifiek, maar voor een generiek beleid. Dat zou wel eens averechts kunnen uitwerken.”

Maatwerk

Radix zou graag een pleidooi willen houden om tot maatwerk te komen. Omdat Chemelot nou eenmaal andere uitdagingen heeft dan Haven Rotterdam of het Noordzeekanaalgebied in Noord-Holland. Radix: “Laten we specifiek kijken wat we voor die regio’s kunnen doen. Dat zou ons zeer helpen. Je zag op een gegeven moment een sfeer in de Tweede Kamer ontstaan dat het maar eens afgelopen moest zijn met de industrie, de houding was: laat ze maar betalen. Dat zal ze wel leren. Daarmee bereiken we onze doelstellingen niet, ben ik bang.”

In plaats daarvan zou het Nederland in haar geheel helpen als er een betere routekaart zou komen. Wat is er nodig om de doelstellingen te bereiken in 2050? Dan kan je volgens Radix goed bepalen welke stappen er moeten worden gezet. “We hebben nu een enorme terugslag gekregen rondom het initiatief om de bebouwde omgeving van het gas af te halen. Dat blijkt ineens 40.000 euro per woning te kosten.” Radix doet in een bijna wanhopig gebaar zijn handen in de lucht. “Dat hadden we natuurlijk wel even eerder kunnen bedenken?”

Radix ziet ook wel in dat het niet makkelijk is. Het is zoeken en er zijn geen kant-en-klare oplossingen. “Maar het zou handig zijn als we op Nederlands niveau zouden doen wat we op Chemelot doen: hier willen we in 2050 klimaatneutraal zijn. En hoe we daar komen, weten we nog niet helemaal. Maar we moeten een duidelijke richting opgaan: dit gaan we wel doen en dit niet. Daarmee kun je ook nee zeggen, als er iets op je pad komt wat daar niet bij past. Een routekaart zoals die nu voor Corona elke keer wordt aangegeven, moet ook gemaakt worden voor de klimaatdoelstellingen. Dan komen we er. Maar wel samen.”

Lees ook: Chemelot: duurzame grondstoffen zorgen voor groene chemie

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu