Sneller, duurzamer en nu al concurrerend: modulaire bouw rukt op

Steeds meer start-ups en gevestigde bouwbedrijven gaan ermee aan de slag: modulaire bouw. En dat is niet verwonderlijk. Het leidt namelijk tot duurzamere woningen, die sneller gerealiseerd kunnen worden. Geen overbodige luxe in tijden van klimaatproblematiek en woningnood. Wordt modulaire bouw de norm?

Bouwplaats circulair bouwen adobe stock
"We kunnen wat betreft modulair en prefab bouwen, concurreren met de traditionele bouw.” | Credit: Adobe Stock

Wie aan modulaire bouw denkt, denkt misschien nog steeds aan zeecontainers, die met minimale afwerking op en naast elkaar gestapeld worden. Een tijdelijke oplossing om acute woningnood op te vangen, maar niet meer dan dat. Maar volgens Michiel Gieben van Daiwa House Modular Europe is dat beeld allang niet meer van deze tijd: “De meeste modulaire woningen zijn nauwelijks nog te onderscheiden van traditionele woningen. Ze doen qua kwaliteit niet onder en gaan gemakkelijk vijftig tot honderd jaar mee.”

600 woningen in 2 maanden

Daiwa House Modular Europe timmert al jaren hard aan de weg en is tegenwoordig de grootste leverancier van modulaire woningen in Europa. Het heeft inmiddels meerdere fabrieken in Nederland (met een hoofdkantoor in Montfoort) en opende onlangs een productielocatie in Duitsland. Binnenkort komt daar een fabriek in het Verenigd Koninkrijk bij. In Nederland weten gemeenten en woningcorporaties Daiwa steeds beter te vinden. “Die zijn dringend op zoek naar huisvestingsoplossingen voor studenten, starters, senioren, vluchtelingen, noem maar op”, verklaart Gieben. “Dat kunnen wij bieden.”

Zo leverde Daiwa begin dit jaar nog zeshonderd studentenwoningen op in Maastricht. En dat deed het razendsnel. “Eerst wordt natuurlijk de fundering gelegd, maar parallel aan dat proces kunnen wij de modules al produceren in onze fabriek. Daarna is het een kwestie van de modules één voor één aanleveren, plaatsen en afwerken. Dat laatste duurde in totaal maar twee maanden.”

Moeten de modulaire woningen van Daiwa op de ene locatie weer verwijderd worden? Dan haalt het bedrijf ze op en worden ze ‘gewoon’ op een andere plek neergezet. “Het is echt plug & play”, aldus Gieben. “Maar de woningnood is momenteel zo hoog, dat we eigenlijk nog geen woningen verplaatst hebben.”

90 procent biobased

Daiwa mag dan de grootste zijn, het is lang niet het enige bedrijf in Nederland dat zich op modulaire bouw richt. Ook steeds meer start-ups zien kansen en brengen innovatieve en duurzame oplossingen op de markt. Een voorbeeld daarvan is Tala. Het jonge bedrijf bouwt modulaire woningen die volledig CO2-neutraal zijn. De woningen zijn daarnaast volledig demontabel en bijna volledig circulair. Medeoprichter Ieke Selen: “We willen laten zien dat CO2-neutraal bouwen gewoon mogelijk is. Sterker nog: het is helemaal geen rocket science.”

Tala bouwt zoveel mogelijk met biobased materialen. Momenteel levert het bedrijf al woningen op die voor 90 procent uit biobased bouwmateriaal bestaan. Zo is de constructie van Tala’s woningen gemaakt van CLT (Cross Laminated Timber, ook wel bekend als kruislaaghout) en zijn de kozijnen en gevels ook van hout. Voor isolatiedoeleinden maakt Tala gebruik van houtvezels, een restproduct dat houtzagerijen uit Duitsland leveren. “Dat is mooi, maar de houtvezels moeten nog wel uit Duitsland komen”, zegt Selen. “We zijn daarom ook op zoek naar alternatieven. Recent ondertekenden we een pilot van boerencollectief Samen biobased bouwen in Salland. Zij hebben deze zomer 10 hectare ingezaaid met vezelhennep en met een deel van die oogst willen wij twintig woningen isoleren. Dan wordt onze keten voor isolatiemateriaal een stuk korter.”

Tala opende anderhalf jaar geleden een fabriekshal in Broekland (onder de rook van Zwolle) en heeft zijn eerste projecten inmiddels opgeleverd: een woonproject in Olst en een kinderopvang in Hellendoorn.

De voordelen van modulair bouwen

Dat steeds meer bouwbedrijven met modulaire bouw aan de slag gaan, is niet verwonderlijk. Het biedt namelijk veel voordelen ten opzichte van traditionele bouw. Het is bijvoorbeeld sneller. “In Duitsland hebben we onlangs een studentencomplex van 737 woningen opgeleverd. Dat project leverden we in twee jaar op, van grondwerk tot afwerking”, schetst Gieben. “Als je dit project op de traditionele manier zou bouwen, ben je zeker drie tot vier jaar bezig. Gemiddeld genomen verlopen modulaire bouwprojecten 30 tot 50 procent sneller.” Selen beaamt de snelheid die modulaire bouw biedt: “Als ik een CLT-vloer door onze fabriek zie gaan, weet ik: over zes weken woont iemand erop. Het is bijna absurd hoe snel het gaat.”

Bijkomend voordeel: veel van de CO2- en stikstofuitstoot van modulaire bouw vindt plaats in fabrieken, niet op de bouwplaats. En de transportbewegingen zijn ook fors minder dan bij traditionele bouwprojecten. “Waar veel traditionele bouwprojecten stilliggen door de stikstofproblematiek, bouwen wij dus vrolijk verder”, aldus Gieben. “En dat doen we ook nog eens met minder overlast. Modulaire bouwprojecten leiden immers tot minder transport, geluidsoverlast en druk op het verkeer in de stad.”

Efficiënter bouwen

Daarnaast is het een stuk duurzamer. Daiwa liet de eigen ecologische voetafdruk onafhankelijk berekenen en concludeerde dat die 50 procent lager ligt dan die van de traditionele bouw. Waar zit dat hem in? Ten eerste werkt modulaire bouw efficiëntie in de hand, zegt Selen: “We bouwen de modules in een fabrieksmatige omgeving. Dat betekent dat we het bouwproces heel efficiënt kunnen inrichten, met minimale afvalproductie. Een aannemer rekent altijd met vijf procent faalkosten, bij modulaire bouw hoeft dat niet. En omdat alles en iedereen zich onder één dak bevindt, praat je ook nog eens over een snel en continu verbeterproces, waardoor het totale proces nog efficiënter wordt. Dat scheelt overigens ook in de kosten. Dus ondanks dat onze natuurlijke materialen iets duurder zijn, kunnen we wat betreft modulair en prefab bouwen, concurreren met de traditionele bouw.”

Een fabrieksmatige omgeving zorgt daarnaast voor meer kwaliteitscontrole, vervolgt Selen: “Je kan veel netter en exacter werken dan op een bouwplaats, op de millimeter precies. Dat zie je terug in de producten die we opleveren.”

Project Olstergaard woningblok 2
Tala realiseerde negen modulaire woningen in het Overijsselse Olst | Credit: Tala

Circulariteit en modulaire bouw

Ook circulariteit is een belangrijke duurzaamheidsfactor van modulaire bouw. En het is een belangrijke speerpunt voor zowel Daiwa als Tala. Zo is 80 procent van de grondstoffen en materialen die Daiwa gebruikt momenteel circulair. Dat uit zich op verschillende manieren. Soms kunnen complete modules bijvoorbeeld hergebruikt worden. Soms alleen de onderdelen of grondstoffen. “Elke module is voorzien van een materialenpaspoort, zodat we exact weten uit welke materialen het bestaat”, aldus Gieben.

Hoewel Daiwa momenteel op 80 procent circulariteit zit, werkt het toe naar 100 procent. “De uitdaging zit hem vooral nog in de restmaterialen. Het restje isolatiemateriaal dat net niet in de wand van een module past, het stukje vloer dat overblijft. Die reststromen proberen we heel secuur te scheiden, zodat we ze kunnen terugsturen naar de leverancier, met de boodschap: maak er een nieuw product van.”

De woningen van Tala zijn ook volledig demontabel en beschikken ook allemaal over een materialenpaspoort voor hergebruik. Daarnaast kiest Tala bijna volledig voor materialen die in een oneindige cyclus kunnen terug groeien of die al gerecycled zijn; alles voor een zo laag mogelijke footprint. “Het mooiste zou zijn als we materialen en componenten die echt aan het einde van hun levensduur zijn ook nog eens kunnen composteren”, aldus Selen. “Zo ver is het nog niet, maar dan ben je écht volledig circulair bezig.”

Modulaire bouw in opmars

Kleven er ook nadelen aan modulaire bouw? Zeker, zegt Selen: “Fabrieksmatig bouwen heeft ook beperkingen. De modules die je produceert, moeten bijvoorbeeld wel op een vrachtwagen passen. Dat beperkt je natuurlijk wel een beetje in het ontwerp van gebouwen. En het zorgt ervoor dat je soms niet volledig aan de wensen van een opdrachtgever kan voldoen.” Daarnaast is hoogbouw ietwat problematisch met modulaire bouwtechnieken, vult Gieben aan: “Twintig verdiepingen is geen probleem, dat kan gewoon. Maar met traditionele bouwmethodes kun je natuurlijk veel verder de hoogte in.”

Ondanks die beperkingen is modulaire bouw aan een snelle opmars bezig, merken Gieben en Selen. Dat zien ze allereerst aan de eigen bedrijfsvoering. Zo krijgt Daiwa inmiddels ook voet aan de grond in buurlanden, zoals Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. En Tala bouwt deze zomer zijn fabriek om, zodat het meer modules kan produceren en beter aan de vraag vanuit de markt kan voldoen.

Maar Gieben merkt het bijvoorbeeld ook aan (potentiële) klanten: “Ik trad twee jaar geleden in dienst bij Daiwa en toen moest ik echt nog aan klanten uitleggen dat modulaire bouw iets heel anders is dan het plaatsen van zeecontainers. Dat het om mooie en kwalitatieve woningen gaat. Dat verhaal hoef ik tegenwoordig niet meer te vertellen.”

Selen merkt het daarnaast aan de rest van de markt. Steeds meer bouwbedrijven gaan met modulaire bouw aan de slag. En steeds meer start-ups ook. “Veel bouwbedrijven zijn er op de een of andere manier mee bezig”, zegt hij. “Maar het is vaak nog wel op experimenteel niveau. Modulaire bouw beslaat nog steeds een héél klein percentage van de markt.”

Wordt het de norm?

Gieben beaamt dat, maar verwacht wel dat modulaire bouw in de aankomende jaren een vlucht kan nemen. Daar is echter wel wat voor nodig. Het verstrekken van bouwvergunningen door gemeenten verloopt bijvoorbeeld nog erg traag. Dat zorgt ervoor dat een belangrijk voordeel van modulaire bouw, namelijk snelheid, een stuk minder zwaar weegt. “Modulaire bouwers werken hard aan opschaling, maar ondertussen worden er jaarlijks vergunningen verstrekt voor slechts 70.000 woningen”, aldus Gieben. “Modulaire bouw heeft de potentie om het woningtekort (in ieder geval deels) op te lossen, maar hierdoor lukt dat nog niet.”

Ondanks dat verwacht ook Selen dat modulaire bouw in de aankomende jaren vlucht neemt, juist in Nederland. “Modulaire bouw is vooral voor dichtbevolkte gebieden superinteressant is. Als je er dan ook nog eens voor zorgt dat de modulefabrieken dicht bij de bouwlocaties zitten, is de impact op de omgeving echt minimaal.”

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu