Verbod op benzineauto’s vanaf 2035

Voor rapporteur Jan Huitema (VVD, in Europa bij Renew), die het wetsvoorstel van de commissie door het parlement loodste, moet het een hele opluchting zijn geweest. Eerder op de dag werd de grootste milieu EU-wet weggestemd door het parlement: de herziening van het ETS. De wijzigingen waren volgens links uiteindelijk verre van adequaat.

Huitema wist met rechts en links te schipperen, om uiteindelijk het oorspronkelijke commissievoorstel geaccepteerd te krijgen. “Ik geloof dat ik bijna elke Europarlementariër wel heb gesproken”, vertelt hij aan de telefoon. “En ik zag dat rechts het voorstel te streng vond, terwijl links meer ambitie wilde. Het is me gelukt om ze te overtuigen om dan met de middenweg akkoord te gaan.”

Waterstof of batterijen

Die middenweg heeft grote gevolgen: over dertien jaar mag er geen auto met verbrandingsmotor meer verkocht worden. Dat betekent dat tegen die tijd alles óf op stroom, of op waterstof moet rijden. Voor sommige autobouwers, die pas sinds kort werken aan een elektrische auto, vereist dat grote veranderingen.

Toch kreeg Huitema vanuit de industrie niet alleen maar tegenspraak. “De lobby van de autobranche in Europa is fors. Maar van de bouwers zelf was vooral BMW bezig om een uitzonderingsregel te krijgen.” Zo’n uitzondering, de zogenoemde 90-procent-regel, zou autobouwers toestaan om vanaf 2035 nog benzineauto’s te bouwen mits het niet meer dan 10 procent van de productie was. Ook de toeleveranciers van de auto-industrie hadden graag zo’n wijziging gezien.

Huitema begrijpt dat. “Het werk van mensen in de auto-industrie kan veranderen. En het is ook aan Europa om de mensen om te scholen zodat ze weer aan het werk kunnen. Want we hebben veel technisch geschoolde mensen nodig voor de hele energietransitie.”

Lees ook: Hoe Frans Timmermans gepassioneerd sprak over duurzame auto's

Geen investering in verbrandingsmotoren

Voor de autobouwers is de nieuwe wet een helder doel. Het moet de markt van elektrische auto’s eindelijk gelijk maken aan die van benzinewagens, met een grote voorraad goede tweedehandsauto’s. “Fabrikanten zullen waarschijnlijk vanaf nu niet meer investeren in verbrandingsmotoren. Dus zullen er snel goede elektrische auto’s komen, in meer prijsklassen en met groter bereik dan de huidige generatie.” Die nieuwe auto’s druppelen uiteindelijk door naar de tweedehandsmarkt.

Hoewel een elektrische auto nu al goedkoper is qua belasting en onderhoud, is de hogere aanschafprijs voor veel mensen een te grote hobbel om te nemen. “Dat zal veranderen. Autobouwers hoeven nu immers niet meer dubbel te investeren in én elektrisch én verbrandingsmotor. Dat brengt uiteindelijk ook de kosten van auto’s omlaag.”

Voor de stemming klonk er kritiek op de autowetgeving. Het zou volgens Peter Liese, rapporteur voor de ETS-herziening, 25 keer minder milieuwinst opleveren dan het nieuwe ETS. Huitema ziet het anders: “Mobiliteit is 20 procent van de CO2-uitstoot van Europa. En het is een van de weinige sectoren waarin de uitstoot nog stijgt. Dus het is belangrijk om hier regels voor te maken.”