Leestijd 6 minuten

City Farming: vers voedsel in een kortere keten

City Farming, Urban Farming, Vertical Farming; stuk voor stuk benamingen voor het telen van groente in de stad. Maar wie denkt dat hiermee het groentetuintje op het dak van de buurman wordt bedoeld, heeft het mis.

Example

City Farming wordt op verschillende locaties op grote schaal toegepast, om een hogere oogst te realiseren met een kleinere ecologische voetafdruk. Philips is een van de pioniers op het gebied van City Farming-technologie. Het bedrijf levert niet alleen de benodigde installaties, maar onderzoekt ook de meest optimale toepassing van verticale teelt.

“City farming, of vertical farming, is het telen van groente in een gesloten omgeving zonder daglicht”, zegt Gus van der Feltz, Director City Farming bij Philips. “In de regel in verticale opstelling, waarbij op meerdere lagen boven elkaar groenten worden verbouwd.” De gewassen worden beschenen met LED-verlichting in verschillende kleuren. In het systeem zijn verlichting, temperatuur, klimaat en voeding in evenwicht.

De kleur van de LED-verlichting is afhankelijk van het gewas. Onderzoekers bekijken op welke kleuren de planten het best reageren. Van der Feltz: “Over het algemeen reageren planten qua fotosynthese goed op rode, verrode en blauwe LED-lampen. Deze kleuren alleen zijn niet voldoende, maar ze vullen elkaar aan. Je hebt ze allemaal nodig voor een gebalanceerde groei.”

Onderzoek naar het juiste groeirecept

Volgens de director kunnen de onderzoekers door te spelen met de kleuren in gewassen bepaalde inhoudsstoffen stimuleren. Daar wordt volgens veel onderzoek naar gedaan. Philips doet dat in samenwerking met partijen als Wageningen UR, Has Hogeschool Den Bosch en verschillende buitenlandse universiteiten.

In Eindhoven bevindt zich sinds juni van dit jaar het GrowWise Center van Philips. Dit centrum telt zeven kamers voorzien van klimaatbeheersingsapparatuur, met een totaal groeioppervlak van ruim 230 vierkante meter. De kweekbakken bevatten verschillende slasoorten en groene kruiden, zoals oregano en basilicum. In het centrum moet duidelijk worden wat de ideale combinatie is van water, temperatuur en kunstmatige verlichting, ofwel het juiste groeirecept.

Vergelijkbaar onderzoek vindt plaats in het onderzoekscentrum BrightBox in Venlo. Deze faciliteit heeft een meer open karakter dan de locatie in Eindhoven en biedt verschillende Philips-klanten, onderzoekers en studenten de mogelijkheid onderzoek te doen. Klanten variëren van gevestigde bedrijven tot start-ups, uit zowel de teelt- als retailsector.

100 kilo sla per vierkante meter

Volgens Van der Feltz wordt er veel over City Farming geschreven en gesproken en groeit de interesse naar het fenomeen. “Niet iedereen weet echter wat City Farming inhoudt”, zegt de director. “Maar als klanten in onze centra het concept zien, zijn ze snel enthousiast. Ze zijn dan vooral benieuwd wat de voordelen voor hen zijn en hoe ze het concept zelf kunnen toepassen.”

Voordelen zijn er volgens Van der Feltz volop. Ten eerste kan verticale teelt een hoge opbrengst opleveren. “Uit ons onderzoek blijkt dat een jaarlijkse opbrengst van 100 kilo sla per vierkante meter haalbaar is”, zegt Van der Feltz. “Dit is te danken aan de optimale omstandigheden in een City Farming-omgeving. Hiermee kun je een flinke slag slaan ten opzichte van een kas.”

"Uit ons onderzoek blijkt dat een jaarlijkse opbrengst van 100 kilo sla per vierkante meter haalbaar is"

Vers en lokaal geproduceerd

Volgens de City Farming-expert is het mogelijk om in deze gecontroleerde omstandigheden vrij precies te sturen en te bepalen wat de kwaliteit van een gewas wordt. Door de groeireceptuur aan te passen, kunnen telers bepaalde stoffen in de gewassen verhogen of juist verlagen, zoals het nitraatgehalte in sla, dat onder bepaalde grenzen moet blijven. Hetzelfde geldt volgens Van der Feltz voor andere voedingsstoffen en vitamines. “Zo kunnen we op voorspelbare wijze hoogwaardige sla maken, die bovendien lokaal kan worden geteeld. Hierdoor is de versheid veel hoger dan bij andere methodes.”

Het lokale aspect is volgens Van der Feltz niet alleen interessant voor steden, maar ook voor andere plekken op de wereld waar de nabijheid van andere teeltmethodes minder is gegarandeerd, zoals in droge gebieden. Daarnaast kunnen telers door kortere aanvoerlijnen precies datgene telen wat ze nodig hebben en inspelen op de vraag vanuit de keten. “Daarmee minimaliseer je ook de hoeveelheid verspilling en afval in de keten.”

90 procent minder water

Urban Farming is dus ook duurzaam, stelt Van der Feltz, en niet alleen doordat er minder verspilling plaatsvindt. Omdat de planten bij verticale teelt in speciale geconditioneerde cellen staan, is de kans op ziekten kleiner. Daardoor zijn er geen bestrijdingsmiddelen nodig. “Bovendien is er voor teelt in de gesloten installatie ruim 90 procent minder water nodig dan bij traditionele teelt.”

Maar hoe zit het met de verlichting? Zijn de LED’s uiteindelijk geen energievreters? “Dat is inderdaad een vraag die leeft. En terecht, want de verlichting verbruikt redelijk wat stroom”, zegt de director. “Daarom maken we analyses om te bekijken voor welke gewassen het met name rendabel is. Dat is ook de reden waarom we nu vooral bladgewassen telen, zoals sla, boerenkool en kruiden. De teelt van bijvoorbeeld aardbeien of wortels vergt nog te veel elektriciteit.”

Ketenbrede samenwerking

Philips werkt met de gehele waardeketen samen om de consument aan de verticaal geteelde slabladeren te krijgen. “Wij bouwen de installatie waar je nieuwe dingen mee kunt doen, maar daar moeten ook zaden in. Vervolgens moet de opbrengst worden gedistribueerd en verkocht. Daarom werkt Philips, behalve met telers, ook samen met veredelaars, distributeurs en retailers.”

Dan moet de consument nog worden bereikt. In Nederland is de vraag naar verticaal geteelde groenten vanuit de consument nog niet zo sterk aanwezig als in bijvoorbeeld Japan. “Daar is teelt zonder daglicht een redelijk ingeburgerde methode van slateelt, vooral omdat er weinig toegang is tot vers voedsel uit de buurt. De afzet verloopt daar dan ook probleemloos. In Nederland zijn we natuurlijk al langer gewend aan relatief lokaal en vers geproduceerd voedsel. De vraag naar verticale teelt blijft in ons land daarom nog wat achter.”

Als je een nieuwe teeltmethode introduceert, moeten mensen dat gaan accepteren, stelt de director. Volgens hem komt die acceptatie ook in Nederland vanzelf: “Twintig jaar geleden waren we ook huiverig voor kassen met kunstlicht. Dat vinden we nu heel gewoon.”

Bron: Philips | Foto: Philips (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven)

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu