Fast fashion-merk H&M scoort beste op leefbaar loon. Hoe kan dat?

Het gaat nog niet goed met de lonen in de kledingsector. Dat blijkt uit het jaarlijkse rapport van Platform Living Wage Financials. “Het gaat nog veel te langzaam”, stelt Kirsten Kossen (ASN Bank), ondanks dat er vooruitgang is geboekt. Opvallend genoeg scoort H&M, bekend van fast fashion en goedkope kleren, het beste. Hoe kan dat?

Adobe Stock vrouw aan het werk in textielfabriek
Een vrouw aan het werk in een textielfabriek. | Credit: Adobe Stock

De uitkomsten van de vierde meting over de voortgang van leefbare lonen verrassen Kirsten Kossen, senior adviseur mensenrechten bij ASN Bank niet. Voordat zij bij de bank aan de slag ging werkte zij bij het ministerie van Buitenlandse Zaken aan dit soort thema’s.

“Het is een heel complexe keten, die over heel veel schakels gaat. Het is vaak lastig te achterhalen wat er bij die verschillende schakels gebeurt.” Inzicht is cruciaal. “Je kunt pas iets oplossen als je weet wat het probleem is.” Dat is de reden waarom Kossen toch over vooruitgang spreekt. “Wat echt vooruitgaat is de dataverzameling over lonen door merken. Dit zorgt voor inzicht over hoe groot het gat is tussen leefbaar loon en de daadwerkelijk betaalde lonen. De volgende stap is om op basis van deze inzichten concrete doelen te stellen, om dit gat de komende jaren te dichten.

Leefbaar loon, wat is dat?

Een leefbaar loon is het geldbedrag dat mensen nodig hebben om in hun basisbehoeften en die van hun gezin te voorzien, plus iets extra’s voor onvoorziene kosten. Het gaat niet alleen om brood op de plank en een dak boven het hoofd, maar bijvoorbeeld ook om schoolgeld voor kinderen. Dit bedrag ligt vaak hoger dan het minimumloon in productielanden én kan per land verschillen. De gedachte achter het leefbaar loon: door werknemers een leefbaar loon te betalen neemt excessief overwerk af en hoeven kinderen niet in de fabriek te werken om bij te dragen aan het inkomen van het gezin.

Stap voor stap

Het Platform Living Wage Financials (PLWF) publiceert in het eerste gezamenlijke rapport de voortgang van 33 bedrijven (zes meer dan vorig jaar). PLWF deelt de bedrijven in vijf categorieën in: embryonic, developing, maturing, advanced en leading.

Er komt een aantal bedrijven op de laagste categorie binnen en een paar bedrijven uit de developing-categorie schuiven door naar het maturing-vak. Desalniettemin blijft het algemene beeld vergelijkbaar: wederom komt er maar één bedrijf in advanced uit. Maar het wel een ander bedrijf: waar eerst Adidas de lijst aanvoerde, is dat nu H&M. Dat Adidas terugzakt, valt te verklaren door een aanscherping van de meetmethode. ‘We eisen nu dat bedrijven laten zien in hoeverre ze in hun inkoopbeleid rekening houden met de uitkomsten van hun risicobeoordelingen’, is te lezen in het rapport.

9411818 Kirsten Kossen ASN Bank 02 L 1
Kirsten Kossen is senior adviseur mensenrechten bij ASN Bank.

Verbeteringen door H&M, Puma en VF Corp

H&M is niet het enige bedrijf dat progressie boekt. Zo zijn bijvoorbeeld ook Puma en VF Corp een categorie opgeschoven (van developing naar maturing). Het rapport noemt een succesvolle samenwerking tussen Puma en een fabriek in Vietnam waardoor de lonen van fabrieksarbeiders stegen. Data speelt daarbij een belangrijke rol. In drie jaar tijd lukte het Puma en de fabriek om het gat tussen het betaalde loon en het leefbare loonbedrag te dichten. Puma wil dit programma opschalen en maakt gebruik van een dashboard van de Fair Labor Association om de betaalde lonen te monitoren. Een ander goed voorbeeld komt van Adidas: het kledingmerk maakt ingediende klachten, de aangeboden oplossingen en de status van deze klachten openbaar.

Dat H&M goed scoort komt doordat ze actief bezig zijn met het verbeteren van hun inkoopbeleid. Zo trainen ze personeel binnen de H&M-groep op het thema en hebben ze een externe partij laten evalueren waar de leefbaar loon-inspanningen tot nou toe leidden. Wel benadrukt Kossen dat ze voor dit rapport alleen naar leefbaar loon gekeken hebben. “Het kan best zo zijn dat H&M andere dingen nog minder goed op orde heeft. En het wil ook niet zeggen dat H&M niks te verbeteren heeft.”

'Het is niet zo dat goedkoop per definitie fout is'

Kirsten Kossen

Kossen benadrukt dat H&M vooral in vergelijking met de rest van de sector een paar goede stappen maakt. “Het is ook niet zo dat goedkoop per se fout is.” Daarmee bedoelt ze dat goedkopere kleding niet per definitie onder slechtere arbeidsomstandigheden wordt gemaakt. “De bekendere merken liggen natuurlijk onder een vergrootglas, terwijl er bij dure merken, of minder mainstream merken, vaak minstens net zo veel mis is.” Tot slot geeft ze aan dat door de visuele weergave de verschillen tussen bedrijven in de maturing en advanced categorie misschien groter lijken dan ze in werkelijkheid zijn. “We beoordelen verschillende onderwerpen op basis van punten. Die tellen we op, wat er voor zorgt dat een bedrijf nét in de ene of de andere categorie kan vallen.” Daarmee benadrukt ze nogmaals dat, ondanks dat H&M in de hoogste categorie uitkomt, het bedrijf misschien niet op alle vlakken vooroploopt en net als de andere bedrijven nog veel moet veranderen. De kledingsector heeft nog een lange weg te gaan.

Platform Living Wage Financials rapport status bedrijven
De verschillen tussen bedrijven in de maturing en advanced-categorie lijken door deze weergave misschien groter dan ze in werkelijkheid zijn, stelt Kossen. | Credit: Annual Report PLWF 2021

Platform Living Wage Financials

Het Platform Living Wage Financials (PLWF) is in september 2018 door acht Nederlandse financiële instellingen. Door samen te werken hopen ze meer invloed uit te kunnen oefenen op het loonbeleid van kledingbedrijven. Inmiddels kijkt het platform ook naar lonen in de voedsel-, retail- en landbouwsector. Ook is het aantal deelnemende financiële instellingen (internationaal) uitgebreid naar achttien in 2021. De financiële instellingen hebben door de uitbreiding nu gezamenlijk 4,6 biljoen (4600 miljard) euro onder beheer, waardoor zij nog meer invloed kunnen uitoefenen.

Ondertussen in Brazilië

ASN Bank volgt bedrijven voor langere tijd en waardeert de vooruitgang die ze maken. Daarom hoeft een bedrijf niet direct in de hoogste categorie uit te komen. ASN Bank vindt bijvoorbeeld de stappen van het grote Braziliaanse Lojas Renner noemenswaardig. Het bedrijf monitort de lonen in de toeleveringsketen. Die ketenbedrijven bevinden zich voor dit bedrijf vooral in Brazilië (58,3 procent) en China (24,4 procent). In 2019 kwam het verschil tussen het betaalde loon en het leefbaar loon op respectievelijk 2,4 en 3,4 procent uit. In 2020 werden de effecten van de pandemie in Brazilië zichtbaar in de cijfers. De kosten voor levensmiddelen zijn daar hard gestegen.

“In onze vorige enquête, waarbij ook nog gegevens uit juli 2020 meewogen, was de kloof 3 procent. Dat wil zeggen dat het loon relatief dichtbij het leefbare loon-bedrag lag. Met de afsluiting van de enquête in maart 2021 zorgden de veranderingen in de kosten van “de voedselmand” (de maandelijkse kosten voor eten en drinken, red.), voor een kloof van 23 procent.” Dat laat het bedrijf schriftelijk weten. In totaal heeft het bedrijf nu 74,5 procent van de lonen in de nationale keten en 58,7 procent van de gehele keten in beeld. Deze percentages wil Lojas Renner uitbreiden naar 100 procent.

Opvallend is dat Lojas Renner bij de ontwikkeling van haar meetmethode de hulp zocht van andere kledingbedrijven die in het PLWF-rapport naar voren komen. “We proberen deze berekening ook aan te passen op basis van benchmarkbijeenkomsten met Adidas en PVH.” Ook wil het de banden versterken met de Braziliaanse koepelorganisatie voor textiel om meer inzicht te krijgen in de behoeften in de toeleveringsketen, onder andere wat wet- en regelgeving op het gebied van mensenrechten en milieu betreft.

Van kennis naar handelen

“Bewustwording: check, beleid op papier: check. Dus nu is het moment dat bedrijven tot de kern moeten komen. Dat zal financieel een beetje pijn doen, maar de overheid kan helpen om een gelijk speelveld te creëren om zo een concurrentievoordeel te behouden”, concludeert Irina van der Sluijs (de voorganger van Kossen) in het rapport. Anders gezegd: het is tijd dat bedrijven daadwerkelijk leefbare lonen gaan betalen. Dit levert ook voordelen op voor bedrijven: minder ziekte en gemotiveerde werknemers. Daarom spreekt Arthur van Mansvelt van Achmea in het rapport zelfs van een businesscase voor leefbare lonen. “Het kan de productkwaliteit verbeteren.”

Ondanks de voordelen erkent Kossen dat het moeilijk is voor een individueel bedrijf om over te stappen op leefbare lonen. “Hoe ga je ermee om als jij kleding afneemt uit een fabriek en leefbaar loon wil betalen, maar andere merken die daar ook afnemen die eisen niet stellen? Je kunt moeilijk een deel wel leefbaar loon betalen en een deel niet.”

Anna van Puijenbroek voormalig CEO van werkkledingbedrijf HAVEP ervoer dit in de praktijk: er ontstond een situatie waarbij zij met haar bedrijf de concurrent betaalden.

Daarom ziet Kossen een ketenaanpak als de beste manier. Dat helpt ook partijen die in hun eentje te klein zijn om een fabriek in beweging te krijgen.

Adobe Stock textielfabriek in zuidoost azie
Kirsten Kossen ziet een ketenaanpak als de beste manier om tot een leefbaar loon te komen. | Credit: Adobe Stock

Leefbare lonen in 2030

Het Braziliaanse Lojas Renner ziet de verspreiding van informatie over leefbare lonen als grootste uitdaging. Als partijen in de keten meer weten over leefbare lonen, kan Lojas Renner makkelijker vooruitgang boeken, stelt het bedrijf. Daarnaast ziet het een sleutelrol voor de consument. Zij kunnen de overgang naar leefbare lonen versnellen. Het bedrijf noemt het niet letterlijk, maar doelt er waarschijnlijk op dat consumenten bereid moeten zijn meer te betalen en gaan kiezen voor bedrijven die het goede voorbeeld geven.

Kossen hoopt dat bedrijven de komende jaren op basis van de kennis die zij hebben concrete doelen gaan stellen. In 2030 moeten ze dan tot leefbare lonen komen. De financiële instellingen die aangesloten zijn bij PLWF kunnen daar een rol in spelen door bedrijven in de gaten te houden en in gesprek te blijven over de voortgang.

Kossen noemt 2030 niet voor niets: in dat jaar wil ASN Bank alleen nog maar in kledingbedrijven beleggen die leefbaar loon kunnen betalen. Als de cijfers er in 2029 nog steeds zo uitzien als in het rapport van dit jaar, gaat de bank dan niet meer in deze bedrijven investeren? “Ik kan nu nog niet bepalen wat dan de vervolgstap zal zijn”, reageert Kossen. Toch is de kans reëel dat ASN Bank deze stap dan zou nemen, omdat de bank niet bang is om afscheid te nemen van bedrijven die niet willen veranderen.

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu