'Wij laten zien dat duurzaamheid geen geld kost'

De tijd dat bedrijven aan de aandeelhouders slechts verantwoording aflegden over winstmarges en aandelenkoersen is voorbij. Net als de prognoses waarin zij niet veel verder keken dan het volgende boekjaar. De betrokkenheid en de langetermijnbelangen van investeerders, klanten en de maatschappij als geheel zijn even belangrijk.

Alan Kreisberg, verantwoordelijk voor duurzame bedrijfsvoering bij Lafarge, een Franse multinational in bouwmaterialen, omschreef zijn bedrijfsfilosofie kort maar krachtig. “De financiële waarde van een bedrijf of product is te beperkt. We moeten kijken naar wat goed is voor ons bedrijf en voor de maatschappij. Die twee belangen zijn heel goed te verenigen.” En Lafarge staat niet alleen in die benadering.

Betrokkenheid

De rode draad tijdens de sessies blijkt de toenemende betrokkenheid en verbondenheid van de maatschappij bij een bedrijf en waar het voor staat. Toeleveranciers, klanten en de lokale bevolking hebben allen belang bij een duurzame bedrijfsvoering. En als een bedrijf goed voor hen is, doen ze er ook wat voor terug. Door leveranties die voldoen aan de standaarden van een bedrijf, merkentrouw of een langdurige relatie met een buitenlands bedrijf.

Laat duurzaamheid doordringen in de hele keten

Het gaat niet meer alleen om de prijs van een grondstof of product, maar ook om het creëren van waarde. Een bedrijf moet zijn leveranciers kennen en daarin investeren, zegt Stéphane Morel van Novartis tijdens het Accenture debat in Barcelona. Je moet hen helpen te verbeteren en te groeien. “En opleiden”, vult Dale Turner van bouwgroep Skanska aan. “Je kunt je wensen wel doorduwen, maar je kunt ze ook helpen. Dan dringt duurzaamheid steeds dieper door in de keten. Ook tussen leveranciers onderling.”

Digitalisering

Digitalisering kan helpen de transparantie van bedrijven te verbeteren. Als controlemiddel, zoals Sourcemap, een sociaal netwerk voor toeleveringsbedrijven. Sourcemap is een tool die bedrijven inzicht geeft in hun supply chain. Volgens Doug Bratlin van de US Green Building Council draagt zo'n tool ertoe bij dat toeleveranciers worden aangesproken op hun handelwijze, zowel positief als negatief.

Digitalisering verbetert transparantie van bedrijven

Voor de klant is digitale informatie een extra hulpmiddel bij de aankoop van duurzame producten. Justin Keeble van Accenture geeft daarvan een mooi voorbeeld. Hij draagt een pak van Marks & Spencer waarin een label met een QR-code is genaaid. Die laat precies zien welke stoffen zijn gebruikt en waar ze vandaan komen. Al waagt Kevin Moss van BT het te betwijfelen of de gemiddelde klant de moeite neemt die informatie op te zoeken. In zijn bijdrage vanuit New York zegt hij: “Klanten willen een bedrijf vertrouwen.” Desondanks beschouwt hij digitale informatie als een van de belangrijkste steunpilaren van een duurzame toekomst.

Service

Novartis doet via crowdsourcing een beroep op de kennis en inventiviteit van het publiek om bepaalde problemen op te lossen. Stéphane Morel: “Dat levert fantastische antwoorden op die we ook in de praktijk testen."

De nieuwe generatie klanten niet geinteresseerd in bezit, maar in gebruik. Werknemers willen geen eigen bureau op een kantoor, maar een geschikte plek om te werken. Ze hechten aan mobiliteit, maar hoeven niet per se een auto te bezitten. Als de deeleconomie en het concept van een product als service doordringt naar de mainstream, plukken bedrijven daar ook de vruchten van. Ze halen meer rendement uit de service rond een product, dan wanneer ze dat alleen zouden verkopen.

En als een klant iets koopt, wil hij weten waar het vandaan komt. Klanten van het Zweedse outdoormerk Houdini komen niet 'even shoppen', maar investeren volgens CEO Eva Karlsson in hun aankoop. Haar bedrijf werkt voor 65 procent circulair en biedt extra service in de vorm van kledingverhuur en -reparatie. Die service is nu nog een klein onderdeel van ons bedrijf, maar toch al veel groter dan twee jaar geleden. “We zijn klein bedrijf en kunnen toch groeien. Klanten vinden het leuk wat we doen”, zegt Karlsson vanuit Stockholm.

Standaardisering

Om de doelstellingen en de impact van een onderneming zichtbaar te maken zijn internationale standaarden nodig om bedrijven onderling te kunnen vergelijken. Dan weten ook investeerders waar ze aan toe zijn. Zover is het nog lang niet, oordeelt Peter Bakker, CEO van de World Business Council for Sustainable Development.

Wij laten investeerders zien dat duurzaamheid geen geld kost

Bakker wil die binnen tien jaar op tafel hebben liggen. “Sommigen zeggen dat die ambitie te hoog gegrepen is. Het duurde immers 75 jaar om te komen waar we nu zijn”, zegt hij. “Maar de tijd dringt. Er speelt zoveel waar we aandacht voor moeten hebben: klimaatverandering, droogte, werkloosheid. We moeten een gemeenschappelijke taal ontwikkelen.” Volgens Bakker zijn de meetinstrumenten er wel, maar ze overlappen elkaar. “Als we die overlap eruit halen, zijn we al een heel eind.”

Waardering

Blijft de vraag wat er in de tussentijd moet gebeuren. Bedrijven die al ver zijn gevorderd met hun duurzaamheidsprogramma's kunnen als voorbeeld dienen. Unilever bijvoorbeeld, laat zien wat het Sustainable Living Plan oplevert. “Wij laten investeerders zien dat duurzaamheid geen geld kost”, zegt Sabine Nealon van Unilever. “Groei en duurzaamheid zijn met elkaar verbonden. Daarom moet je die inbedden in bedrijfsvoering.”

Op termijn worden die inspanningen beloond, zegt Katherine Garret-Cox van het Britse investeringsfonds Alliance Trust. “Als je bouwt aan een duurzame onderneming, krijg je daar uiteindelijk de waardering voor.”

Foto: Accenture