Barbara Baarsma (PwC): ‘Een nieuw systeem opzetten? Die tijd hebben we niet meer’

Economische groei funest voor een duurzame toekomst? Volgens econoom Barbara Baarsma is het andersom: we hebben juist groei nodig om die toekomst te realiseren, maar die groei moet dan wel groen zijn. “Zonder draagvlak geen duurzame transitie. En met de boodschap dat we moeten stoppen met groeien, win je geen verkiezingen.”

Duurzaamheidsdenkers Change Inc Barbara Baarsma
Het gevaar van degrowth kan groot zijn, waarschuwt econoom Barbara Baarsma.

Groene groei. Het is een term die scepsis oproept, weerstand zelfs. Groene groei gaat over het idee dat economische groei mogelijk is binnen de draagkracht van de aarde. Maar is die ruimte er nog, nu zes van de negen planetaire grenzen overschreden zijn?

Barbara Baarsma, hoogleraar toegepaste Economie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofdeconoom bij PwC, gelooft van wel. Ze is een van de belangrijkste stemmen in het debat over groene groei, sinds het verschijnen van haar gelijknamige boek drie jaar geleden: Groene Groei, over de (on)zin van economische groei.

Ze schreef het als antwoord op de opkomst van het degrowth-gedachtegoed – ontgroeien, in mooi Nederlands. Een beweging die stelt dat de economie voor een duurzame toekomst moet krimpen: minder productie, minder consumptie. “Ik wilde duidelijk maken dat dat niet kán”, zegt ze. “Niet als we ons huidige welvaarts- en welzijnsniveau willen behouden.”

Miljardeninvesteringen nodig

Dat klinkt misschien wat verwend, maar is het niet. Baarsma doelt niet op ons hedendaagse consumptiepatroon of het gemak waarmee we in het vliegtuig stappen voor een stedentrip.

Haar betoog richt zich op iets dat veel fundamenteler is: het in stand houden van de publieke voorzieningen waarop onze maatschappij draait – en waarin in veel gevallen flink geïnvesteerd moet worden.

Ze somt op: “We willen dat de zorg van goede kwaliteit blijft en toegankelijk voor iedereen – ook in onze vergrijzende samenleving, waarin de vraag naar zorg alleen maar groter wordt. We willen een moderne defensiemacht, nu actueler dan ooit. We willen in 2050 klimaatneutraal zijn én voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering. We willen onze infrastructuur aanpakken: het energienet, de drinkwatercapaciteit, het spoor. En ondertussen hebben we ook meer huizen nodig, ruim een miljoen nieuwe woningen tot 2035.”

Duurzaamheidsdenkers

De wereld maakt een ruk naar rechts. In Amerika woedt een cultuuroorlog rondom ESG, in Europa wordt klimaatbeleid versoepeld om concurrerend te blijven. MT/Sprout, het platform waar dit interview eerder verscheen, vraagt leiders en denkers naar hun visie op de stand van zaken: gaan we (nog wel) de goede kant op? En wat is nodig om de duurzame transitie verder vorm te geven?

Lees ook de eerdere interviews in deze reeks:

De komende jaren alleen al is jaarlijks ruim 110 miljard euro extra aan publiek geld nodig om dat allemaal te bekostigen, berekende de onafhankelijke denktank Denkwerk, waar Baarsma deel van uitmaakt. In dat plaatje zijn ook het beheersbaar houden van de staatsschuld en het opbouwen van reserves in de schatkist meegenomen, in geval van crisis.

Zonder structurele economische groei van 2 procent kunnen we die ambities volgens het collectief niet realiseren. Terwijl we ondertussen juist tegen allerlei grenzen aanlopen die de groei van de economie beperken, zoals beschikbare ruimte en arbeidstekorten.

Groen kapitalisme

Het gevaar van economische stagnatie – of kiezen voor economische stagnatie, zoals ontgroeiers bepleiten – kan groot zijn, waarschuwt Baarsma.

“Om te beginnen krijgen we zonder groei te maken met gigantische wachtrijen in de zorg. Gevolg is dat de mensen die geld hebben, hun zorg privaat gaan regelen – en dat zie ik ook gebeuren met het onderwijs. De kansenongelijkheid gaat enorm toenemen. We krijgen onze defensie niet op orde. En we zullen ons als land niet kunnen aanpassen aan klimaatverandering. Omdat er geen geld is om de dijken te verzwaren of de waterhuishouding aan te passen aan langdurige droogte.”

Ontgroeiers willen af van het kapitalistische systeem en naar een fundamenteel ander model. Dat duurt te lang, werpt Baarsma tegen. “Daar gaan decennia overheen. Die tijd hebben we niet meer. Pas daarom liever het kapitalistische systeem aan, zorg dat de economie naar groen kapitalisme gaat.”

Wat is groene groei?

De kern van het concept ‘groene groei’ is economische groei loskoppelen van negatieve gevolgen voor het milieu en van grondstofgebruik. Aanhangers van groene groei geloven in groei binnen de planetaire grenzen, grenzen waarbinnen de mensheid nog generaties lang duurzaam gebruik kan blijven maken van de natuurlijke hulpbronnen van de planeet.

Deze grenzen zijn in 2009 vastgesteld onder leiding van milieukundige Johan Rockström en omvatten onder meer klimaatopwarming, biodiversiteitsverlies, waterschaarste en luchtvervuiling. Een voorbeeld van een bedrijfsmodel dat binnen deze grenzen blijft, is regeneratieve landbouw, stelt PwC-hoofdeconoom Barbara Baarsma. Deze vorm van landbouw combineert voedselproductie met natuurherstel en voorkomt uitputting van de bodem.

Ze wijst ook op circulaire verdienmodellen, waarbij wordt ingezet op een zo lang mogelijke levensduur van producten, op reparatie en hergebruik of recycling. “Ik maak me enorm zorgen over het feit dat de plastic recyclingindustrie in Nederland zo onder druk staat. Op dit moment is virgin plastic veel goedkoper dan gerecycled plastic. Dat komt omdat we de externe effecten van de productie en het gebruik, de afvalberg die al dat plastic oplevert bijvoorbeeld, niet inprijzen. Daarom is plasticrecycling momenteel niet concurrerend. Terwijl dat voor de welvaart op de lange termijn veel beter is.”

Geen groei, geen draagvlak

Naast het gebrek aan tijd speelt in haar betoog een ander argument mee: draagvlak. Zonder groei, waarschuwt de econoom, is er ook geen electorale steun voor vergroening. “Met de boodschap dat we moeten stoppen met groeien, krijg je als politicus geen stemmen. Waar gaat de zorg dan van betaald worden, en de AOW? Groene groeiers zijn in die zin pragmatischer dan ontgroeiers, of minder idealistisch.”

Dat verhaal is volgens Baarsma al moeilijk genoeg. “Dat zien we in Nederland – het kabinet-Schoof heeft fors bezuinigd op groen beleid – en nog sterker in Amerika, waar president Trump het klimaatbeleid drastisch afbouwt.”

Toch stoort het haar dat de bewegingen in het debat vaak tegenover elkaar staan, of tegenover elkaar worden gezet. Het is zinloos om groene groeiers en ontgroeiers tegen elkaar uit te spelen, vindt ze, want tussen beide ideologieën zijn meer overeenkomsten dan verschillen.

“We willen hetzelfde – een duurzame samenleving met zoveel mogelijk welvaart voor zoveel mogelijk mensen – en achten dat onmogelijk zonder te ‘ontgrijzen’, afscheid te nemen van niet te verduurzamen productiemethoden, zoals het opwekken van energie in kolencentrales. Ik denk dat we onze energie en kracht effectiever kunnen inzetten door niet elkaar, maar de grijze groeiers te bestrijden. Degenen die op de oude voet willen doorgaan. De regering-Trump bijvoorbeeld.”

Groene prikkels op scherp

Nog een overeenkomst: beide bewegingen roepen op tot een stevig vergroeningsbeleid. Tot een overheid die duidelijke normen oplegt, gekoppeld aan de planetaire grenzen.

“Hoeveel willen we lokaal aan stikstof uitstoten zonder dat de waterkwaliteit en biodiversiteit onder de norm zakken? Hoeveel koolstofbudget hebben we nog?” geeft Baarsma als voorbeelden. “Dat kun je voor een deel implementeren door te beprijzen en voor een deel met normen en vergunningseisen, in combinatie met strikte handhaving en transparante rapportages. Daar is met de CSRD een eerste stap ingezet, al is de scope daarvan met de omnibuswetgeving wel beperkt.”

Als voorbeeld wijst ze op het Europese emissiehandelssysteem (ETS) voor CO2, dat de sectoren die eronder vallen – de zware industrie, elektriciteits- en warmteproducenten, de Europese luchtvaart en een deel van de scheepvaart – op koers houdt richting netto nul uitstoot in 2050.

Een schitterend systeem, vindt de econoom. “Vroeger was het minder effectief, met het gratis weggeven van al die emissierechten, maar inmiddels werkt het heel goed. De ETS is onlangs uitgebreid met de ETS-2, de gebouwde omgeving en transport vallen er nu ook onder. Laten we dat instrument gebruiken om de hele economie te vergroenen. Groene groeiers verwachten dat, wanneer de politiek dit soort ‘groene prikkels’ écht op scherp zet, er een ongekende creativiteit en innovatie in de economie en bij bedrijven loskomt.”

Kortetermijnvalkuil

Stemt het haar optimistisch dat Nederland een ministerie van Klimaat en Groene Groei heeft? Tja. Baarsma is vooral opgelucht dat duurzaamheid nog steeds een plaats heeft in het regeerakkoord. PVV-leider Geert Wilders dreigde in zijn verkiezingsprogramma met de shredder voor alle klimaatplannen. Maar over het beleid zelf is ze minder te spreken.

“Om te beginnen is het erg versplinterd”, zegt ze. “Klimaat, natuur en leefomgeving zijn stuk voor stuk bij verschillende ministeries ondergebracht, terwijl daar integraal beleid op gevoerd zou moeten worden. Daarnaast is het beleid slechts op een deel van de planetaire grenzen gericht en onvoldoende stevig. Ik vind het ook veelzeggend dat op klimaat- en milieubeleid, samen met ontwikkelingssamenwerking, meer wordt bezuinigd dan op welk ander terrein ook – in totaal 3,5 miljard euro.”

Met groene groei heeft het al met al weinig te maken. “Ik zou eerder zeggen: het is iets minder grijze groei. De wil is er misschien wel, maar het verhaal voor de lange termijn ontbreekt. De politiek doet zichzelf echt tekort door steeds in die kortetermijnvalkuil te trappen.”

Neem een CO2-heffing op producten. Geen politicus die zich daaraan durft te wagen, ziet Baarsma: dat staat volgens hen gelijk aan electorale zelfmoord. “Maar als je daaraan toevoegt dat we de opbrengsten kunnen gebruiken om de lasten op arbeid aan de onderkant van het inkomensgebouw te verlagen, krijg je een ander verhaal, dat op meerdere fronten een betere toekomst laat zien. Daarmee kun je groepen mobiliseren.”

S van ESG

Zelf kwam ze gaandeweg tot dat besef. “Ik heb ESG altijd vanuit de E benaderd, de focus op ecologische duurzaamheid. De laatste jaren ben ik er steeds meer achter gekomen dat vergroenen zonder electoraal draagvlak onmogelijk is. Dat draagvlak ga je pas krijgen als je investeert in de S, in sociale duurzaamheid. Kiezers moeten het gevoel hebben dat ze de duurzame transitie kunnen betalen, dat de kosten op een billijke manier worden verdeeld. Want mensen zijn over het algemeen ruimhartig, zolang ze maar het gevoel hebben dat ze er zelf ook een beetje op vooruitgaan.”

Zonder de hete adem van verkiezingen in hun nek zijn bedrijven volgens Baarsma beter gepositioneerd om consistent langetermijnbeleid te voeren. Ook al lijkt duurzaamheid in dat beleid steeds minder de boventoon te voeren, nu het ene na het andere bedrijf ESG-doelstellingen terugschroeft onder druk van de politiek, de aandeelhouders, of allebei.

De voorbeelden zijn legio: gas- en oliebedrijven als Shell en BP, maar ook groene koploper Unilever. Zit het bedrijfsleven zo bezien niet net zo vast als de politiek, met die kortetermijnfocus op winstmaximalisatie?

“Als je verder uitzoomt, denk ik dat je iets anders ziet”, zegt Baarsma. “Bedrijven ervaren directe prikkels om met vergroening aan de slag te gaan. Simpelweg omdat ze zich moeten aanpassen, willen ze bestaansrecht houden. Ze moeten er rekening mee houden wat de impact op hun businessmodel is als de biodiversiteit afneemt of als ze minder toegang hebben tot schoon water.”

Stel dat je actief bent in een water-intensieve sector als de voedselindustrie, schetst ze, en weet dat je als organisatie het risico loopt om straks niet meer aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen, de Europese richtlijn voor waterkwaliteit. “Dat betekent dat je je vergunning kunt verliezen. Dan ga je echt wel je best doen om duurzaam met water om te springen.”

ESG gaat ondergronds

Wat ze wel ziet: dat bedrijven in het tijdperk-Trump worstelen hoe ze zich over ESG moeten uitlaten – zeker als ze (deels) onder Amerikaanse wetgeving vallen. “Bestuurders willen voorkomen dat ze claims aan hun broek krijgen. Ik zou het interessant vinden om te onderzoeken in hoeverre ze hun beleid nu daadwerkelijk hebben aangepast, of ze onder de motorkap niet in grote lijnen hetzelfde blijven doen. Al is motorkap misschien niet het juiste woord in deze context.”

Ze krijgt bijval van duurzaamheidsexpert Piet Sprengers van ASN Bank, die stelt dat het vooral om veranderingen aan de buitenkant gaat. ESG gaat ondergronds, schrijft hij op Change Inc. En wat ondergronds wortel schiet, komt aan de oppervlakte uiteindelijk sterker terug.

Mooi, knikt Baarsma. “Het moet gaan blijken of dat echt zo is. Maar ik denk dat een deel van de bedrijven, ook de bedrijven waarmee ik spreek, voornemens is om te blijven koersen op een houdbaar verdienmodel.”

Dit artikel verscheen eerder op MT/Sprout. MT/Sprout is onderdeel van MT MediaGroep, net als Change Inc.

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu