Niet alleen de machine is volgens biologisch bloembollenteler John Huiberts innovatief. Het betreft de gehele bijbehorende cyclus van groenbemesting tot het planten van de bollen, stelt hij.
Voordat de bollen worden geplant, zaait Huiberts de grond met een groenbemestermengsel van elf verschillende gewassoorten. Groenbemesters worden geteeld en vervolgens omgeploegd of gemaaid. Dit leidt tot een beschermende laag op de bodem.
Tegelijkertijd verdeelt de teler ook de compost over het perceel. Ongeveer drie weken voordat de bloembollen de grond ingaan, wordt de groenbemester gemaaid. Hierdoor ontstaat een zogeheten gemengde-groenbemester-zode.
Nauwelijks effect op bodemleven
De onder-groenbemesterzode-planter, zoals de innovatie van Huiberts heet, plant de bollen door de zode op te tillen en de bollen eronder te verspreiden. Vervolgens legt de machine de zode terug. Bij conventionele bloementeelt wordt het nuttige bodemleven van de bovenlaag in veel gevallen door ploegen vernietigd.
“Het voordeel is dat het bodemleven zo weinig mogelijk wordt verstoord”, zegt de teler.
Biodiversiteit
Een bijkomend voordeel is volgens Huiberts dat de groenbemester een soort deken tegen de vorst vormt, waardoor strodekken niet nodig zijn. "Dit scheelt drie werkgangen met de trekker, wat een grote besparing aan dieselolie geeft", stelt Huiberts. “Beter voor de bodem en het milieu.”
De innovatie is door het Innovatiefonds voor telers beloond met een bedrag van € 3.500. De jury ziet kansen voor het ontwerp: “De gemengde groenbemester geeft biodiversiteit. Het plantsysteem is ook door andere bollentelers prima op zandgronden toe te passen.”
Bron: Innovatiefonds voor telers
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in