BoerenBusiness zet de voor- en nadelen van de monsterovername op een rij.
Afgelopen week stemde de Amerikaanse zaadveredelaar Monsanto in met het overnamebod van $ 66 mrd van het Duitse chemieconcern Bayer. Als de toezichthouders hun goedkeuring geven, is het nieuwe bedrijf eind 2017 de grootste producent van zowel zaaigoed als gewasbeschermingsmiddelen ter wereld. En daarmee schaart de miljardenovername zich in hetzelfde rijtje als het in eind augustus 2016 gefuseerde ChemChina en Syngenta en de agritechconcerns Dow Chemical en DuPont die samen verder willen.
Vinden die allemaal doorgang dan krijgen deze drie bedrijven bijna tweederde van de wereldwijd markt van zaden en bestrijdingsmiddelen in handen. Voor Bayer zou het betekenen dat zij een kwart van de wereldwijde gewasbeschermingsmiddelenmarkt en bijna 30 procent van de zadenmarkt in handen krijgen. Lang niet iedereen vindt dat een geruststellend toekomstbeeld. De negatieve effecten en gevolgen worden dan ook breeduit uitgemeten in de media.
Marktdominantie
De meest gehoorde aanklacht is dat marktdominantie een negatief effect heeft op boeren. Er is minder keuze in zaden, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen tussen verschillende partijen. Zonder concurrentie is het gemakkelijk de prijzen te verhogen. Niet alleen neemt de afhankelijkheid van boeren tot multinationals toe en kunnen zaden en middelen duurder worden, ook innovatie van nieuwe gewassen komt mogelijk in het geding.
Boeren vrezen dat er minder variëteiten in gewassen komen, een toename van GMO-gewassen en hogere kosten van zaden. Veel zorgen zijn er ook dat het Monsanto-model van GMO-gewassen die bestand zijn tegen hun eigen chemische middelen dat in de VS een monopoly heeft, verder wordt opgeschaald. Verder wordt gevreesd dat het intellectuele eigendom van zaden in handen komt van een handjevol marktspelers. Daarmee groeit hun invloed op de voedselvoorziening.
Stijgende voedselprijzen
Consumenten zijn op hun beurt weer bang voor stijgende voedselprijzen. Dat laatste zegt ook senator Bernie Sanders die in de race was voor het Amerikaanse presidentschap: Dergelijke overnames leveren vooral de conglomeraten winst op en voor de Amerikanen hogere prijzen, zegt hij.
In ons eigen land kunnen Nederlandse bedrijven als Rijk Zwaan en tientallen andere kleinere gespecialiseerde bedrijven in plantenveredeling en zaadtechnologie hinder ondervinden van de sterke arm van Bayer-Monsanto.
Voordelen
Echter, er zijn ook voordelen. Dichtbij huis is dat Bayer-dochter Nunhems meer kansen krijgt om in groentenzaden te groeien en denk ook aan De Ruiter en Seminis die ook van Monsanto zijn. Natuurlijk geldt dat voor alle Bayer-Monsanto disciplines op de wereld. Daar profiteren telers en ook consumenten van.
Want hoe groter een bedrijf, hoe meer innovatie. Meer geld en meer middelen betekent meer onderzoek en betere producten. Monsanto zegt zelf dat het samengaan de innovatie in de landbouw zal versnellen. De Duitsers zien de deal als een goede combinatie voor de moderne landbouw. Tools die hard nodig zijn om de snel groeiende wereldbevolking te voeden. Toegegeven, daar hebben ze een punt.
Gentechnologie
Een andere verandering die kan optreden is de houding ten aanzien van gentechnologie. In het beste geval verandert de houding van Monsanto die volgens sceptici meer vanuit economisch oogpunt handelt dan de Duitsers en gaat er een meer Europese - milieugezinde - wind waaien in de VS. Die wind is nu nog een briesje, want een langzaam maar groeiende groep Amerikaanse akkerbouwers denkt er al anders over. Zeker in jaren met zeer lage prijzen.
De zaaizaadkosten van een GMO-ras liggen namelijk fors hoger, terwijl de beloofde extra opbrengst zich niet altijd voldoende manifesteert. Sommige zaadprijzen stijgen komend seizoen wederom en dat terwijl de gewasprijzen op een laag niveau blijven. Is er sprake van een lage ziekte- en plagendruk, dan kan weleens naar de oude rassen worden teruggegrepen. Ook proberen sommige telers zich te onderscheiden door juist geen GMO-rassen te telen.
Toch stellen veel boeren Monsanto-producten wel op prijs. Meer dan 10 procent van de omzet wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling en dat leidde de afgelopen decennia tot een rappe stijging in productiviteit waarbij de natuur juist werd ontzien. Dat kun je duurzaam noemen. Als dat de verbindende factor tussen beide bedrijven wordt, pakt het misschien allemaal toch niet zo erg uit als nu wordt gedacht, maar dat moet nog blijken.
Lees ook op BoerenBusiness.nl:
Nog dit jaar uitspraak over Kringloopwijzer
Opnieuw brengt mest de grootste innovatie
Bron: BoerenBusiness | Foto: Bayer (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in