Leestijd 6 minuten

‘Traceerbaarheid in de keten vraagt om dezelfde taal’

Transparantie en stroomlijning in de keten zijn een stap dichterbij gekomen. Een nieuw ‘woordenboek’ om afspraken te maken over traceerbaarheid moet het uitwisselen van informatie vergemakkelijken. Maar wat levert dat op?

23289542246 228e3c256c o

Consumenten en producenten houden zich steeds meer bezig met transparantie in de handelsketens en de oorsprong van materialen en onderdelen van producten. Hoe gaat een product met specifieke eigenschappen van A naar B en hoe ver kan het product in de keten getraceerd worden?

Telkens weer blijkt dat gesprekken moeizaam verlopen, omdat de gebruikte terminologie in verschillende Chain of Custody-systemen niet op elkaar is afgestemd. Dit leidt tot verwarring en onduidelijke verwachtingen over het niveau van traceerbaarheid tussen de ketenpartijen. Bovendien zijn de complexiteit en de hiermee verbonden kosten een belemmering voor de markttoegang, met name voor kleinere bedrijven en ontwikkelingslanden.

Definitiekwestie

Ook het feit dat voor allerlei verschillende producten verschillende definities voor CoC-handelsmodellen ontwikkeld worden, draagt niet bij aan een gestroomlijnde en transparante gang van zaken, zegt Juliane Eykelhoff van NEN, dat het CoC-voorstel namens den Nederlandse initiatiefnemers indiende. "Neem bijvoorbeeld oliën en vetten. Op basis van het handelsmodel wordt aangegeven hoe ver het product terug te leiden is naar de bron. In deze sector heten die handelsmodellen 'segregated', 'mass balance' en 'book and claim'. Voor de houtsector spreekt men ook over handelsmodellen, maar deze heten anders, bijvoorbeeld 'mixed'.

“We beperken dus ook het risico dat er ooit eens een 'fout' ingrediënt, bijvoorbeeld door kinderen gemaakt, in onze producten belandt”

Voor het niveau van traceerbaarheid betekenen de modellen hetzelfde, maar de benaming is net anders. Op hoofdlijnen verschillen de administratieve eisen aan de spelers in de keten, die een product door de keten halen, dus nauwelijks. Het spreekt echter voor zich dat voor sommige producten een specifieke aanvulling op de generieke eisen nodig is. Een bulkproduct moet doorgaans aan andere eisen voldoen dan een verpakt product."

Industrie en overheid

Voor NEN en de Nederlandse industrie en overheid waren deze redenen aanleiding om een initiatiefvoorstel voor een generieke Chain of Custody-standaard op basis van de algemeen geaccepteerde ISO-taal uit te werken en bij ISO in te dienen. Dit voorstel is in de zomer van 2016 aangenomen.

Het internationale projectcomité heeft inmiddels de naam ISO/PC 308 'Chain of Custody' meegekregen en zal voorgezeten worden door Rob Busink van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken. De nationale normcommissie heeft een voorzitter en vice-voorzitter gekozen, dit zijn respectievelijk Leon Mol (AholdDelhaize) en Eddy Esselink (MVO, de ketenorganisatie voor oliën en vetten). Zij zetten zich met passie in om het opzetten van een generieke ISO CoC standaard tot een succes te maken.

Juliane Eykelhoff: “Het doel is de verschillende handelsmodellen zo generiek en inzichtelijk te maken, dat het bruikbaar wordt voor partijen die met veel verschillende producten en processen werken, zoals retailers of eindfabrikanten. We willen dus een soort horizontaal toepasbaar generiek woordenboek maken, waarmee de spelers in de verschillende ketens aan kunnen geven hoe ver een ingrediënt is te traceren in de keten. Dit is ook interessant voor producten of bedrijven die nog niet met een eigen uitgewerkte CoC werken. Zij kunnen zich dan baseren op de nieuwe norm, die is opgesteld op basis van de beste voorbeelden uit het veld."

Ahold

Een grote groep Nederlandse belanghebbende partijen, waaronder de producerende industrie, de overheid, certificerende instellingen, ketenexperts en dienstverleners, steunt het voorstel om een internationale standaard voor CoC te ontwikkelen.

Hugo Byrnes, Vice President Ahold Product Integrity, is blij dat het voorstel is aangenomen. "Voor leveranciers aan een bedrijf als het onze, dat veel verschillende producten verkoopt, is het bijzonder handig om in één keer aan te kunnen tonen dat de producten aan de Chain of Custody-eisen voldoen. Alle ISO- of private normen kunnen naar de nieuwe Chain of Custody-norm gaan verwijzen. Dat geldt voor alle bedrijven, maar zeker voor ondernemingen die veel verschillende producten maken. En op hun beurt hun leveranciers. Die kunnen straks ook in één keer aantonen dat hun administratie op orde is. Er komen dus niet meer verschillende mensen hetzelfde administratieve systeem controleren op verschillende CoC's. Dat gebeurt nu nog wel eens."

Transparantie

Het scheelt dus veel tijd en papierwerk, maar er zijn meer voordelen, zo zegt Byrnes. "De consument is kritischer geworden op wat er in onze producten zit. Wij zelf willen ook zeker weten dat het ingrediënt, een cacaoboon bijvoorbeeld, dat aan de andere kant van de aardbol gecertificeerd is, ook het ingrediënt is dat uiteindelijk in ons product terecht komt. Dat kan nu. We kunnen allereerst het originele certificaat opvragen. Als dat in orde is, kan aan de hand van de nieuwe CoC-norm, met uniforme eisen aan alle tussenliggende ketenpartijen, worden nagegaan of dit ook het ingrediënt is dat uiteindelijk in het eindproduct terecht komt.”

Omdat iedereen straks met dezelfde norm werkt, wordt de transparantie groter, maar groeit ook de garantie dat alle ingrediënten aan onze eisen voldoen. Byrnes: “We beperken dus ook het risico dat er ooit eens een 'fout' ingrediënt, bijvoorbeeld door kinderen gemaakt, in onze producten belandt.”

Levensmiddelenindustrie

Ook de Federatie Nederlandse Levensmiddelenindustrie is blij met de nieuwe ontwikkelingen. Philip den Ouden: “Er is een veelheid aan systemen op de markt om grondstoffen te volgen en certificeren in de keten. Sommige gaan over duurzaamheid en zijn grondstofspecifiek, zoals voor palmolie, vis, cacao of koffie. Andere gaan over kwaliteit en voedselveiligheid."

Dat ieder systeem zijn eigen inhoudelijke standaarden stelt is volgens Den Ouden prima, maar ieder systeem heeft daarnaast ook zijn eigen regels over administratie, hoe je producten volgt door de keten, terminologie, et cetera. "Die verschillen zijn onnodig. Internationale harmonisatie is dus een goede zaak, zeker voor kleinere ondernemingen of ondernemingen die met veel verschillende grondstoffen of producten werken."

De leden van de FNLI profiteren van een nieuwe CoC-norm, doordat ze kosten en tijd besparen, zegt Den Ouden. “Met één systeem kunnen ze straks voor verschillende producten of grondstoffen aan alle vereisten ten aanzien van CoC voldoen. Bovendien maak je de keten daardoor overzichtelijker." Ook zal het niveau van duurzaamheid in de keten verder verhoogd worden, denkt Den Ouden. "Bedrijven krijgen steeds meer grip op hun ketens en kunnen zo effectiever ingrijpen als dingen misgaan. Dat is ook aantrekkelijk voor onze consumenten, die steeds meer om transparantie en duurzaamheid vragen.”

Headerfoto: Giulian Frisoni, Creative Commons (Cropped by DuurzaamBedrijfsleven) | Intekstfoto: Dennis van Zuijlekom, Creative Commons (cropped by DuurzaamBedrijfsleven)

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu