Zet de energietransitie Nederland in de fik? 'Alles wat innovatief is, geeft risico’s en dat is niet erg'

Brandende elektrische auto’s, brandende zonnepanelen op daken van woningen, bedrijven en boerderijen. En dan straks nog woningen van brandbare materialen als hout, stro of olifantsgras die makkelijk in brand vliegen. Zet de energietransitie Nederland in de fik? Ir. Ruud van Herpen van de TU Eindhoven zegt van niet, maar is eerlijk over de brandrisico’s: voorschriften schieten tekort en houten flats vol ouderen met een beperking zijn niet verstandig.

Brandende zonnepanelen
De laatste jaren vliegen steeds meer daken met zonnepanelen in brand | Credit: Adobe Stock

Schrijf een verhaal over biobased bouwen, elektrisch rijden of zonnepanelen op het dak en op social media krijg je een storm van kritiek. ‘Die houten huizen zullen lekker branden’, ‘Heb je dat vrachtschip gezien met die brandende elektrische auto’s?’ ‘Of die daken vol zonnepanelen die een halve wijk in de as legden?’, klinkt het samengevat. Of zoals dagvoorzitter Harm Edens het tijdens het congres ‘Toekomst van Solar’ in Den Haag verwoordde: “Er kan nog geen stal in de brand staan of er wordt gewezen naar zonnepanelen, terwijl er nog niets onderzocht is en er vaak een andere oorzaak is. Dat is toch gekmakend?”

Oorzaak in elektrische installatie

Onderzoeker en promotor Ir. Ruud van Herpen van de TU Eindhoven, expert in de brandveiligheid van gebouwen, vindt dat wijzende vingertje ook vaak onterecht. In Nederland zijn er jaarlijks tussen de 15.000 en 20.000 woningbranden. Van Herpen zag dat er drie jaar geleden ineens meer woningbranden plaatsvonden. Dat had vooral te maken met de groei van zonnepanelen op daken van woningen. In Delft brandde in de zomer van 2021 drie keer een woning met zonnepanelen af in dezelfde nieuwbouwwijk. “Maar vaak zijn het niet de pv-panelen, maar de elektrische installatie waar het mis gaat. Dat ligt aan de kwaliteit van de geleverde installaties en de kwaliteit van de installateur die het aanlevert. Dat gaat steeds beter”, zegt hij. Ook TNO kwam al in 2019 tot de conclusie dat dit soort branden vooral veroorzaakt worden door slechte stekkers, bekabeling en andere bedrading. Panelen zijn gemaakt van glas en zand en branden niet.

In-dak zonnepanelen dubbel zo gevaarlijk

Toen er in 2023 in Arnhem een heel huizenblok afbrandde dat volledig bedekt was met zonnepanelen, werden Kamervragen gesteld en kwam er een onderzoek van de Veiligheidsregio. Dat stelde dat Nederland moet stoppen met de bouw van rijtjeshuizen met een doorlopend dak vol zogeheten in-dak zonnepanelen. Dat zijn panelen die niet op de dakpannen zijn gemonteerd (op-dak panelen), maar die in het dak verzonken liggen, direct op de isolatielaag. Omdat statistieken over woningbranden bij dit soort panelen ontbreken heeft Van Herpen dat zelf zo goed mogelijk onderzocht. Zijn conclusie is duidelijk. “Die in-dak panelen verdubbelen de kans op een woningbrand. Dat klinkt niet zo heel erg, maar dat is heel veel. Onder die panelen zit vaak folie, een houten dak of isolatie. Allemaal brandbaar. En als het mis gaat, gaat het goed mis. Dan loopt het door onder alle woningen tegelijk. Bij op-dakpanelen hebben we ook wel brandjes, maar die gaan nooit de woning in. Dat komt door de dakpannen.”

Voorschriften schieten tekort

Na een dakbrand met zonnepanelen in Hoofddorp in 2021 werden er ook al Kamervragen gesteld. De VVD wilde toen weten of de verduurzaming van nieuwbouwwoningen niet ten koste ging van de brandveiligheid. Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ontkende dat toen. “Ze heeft of de vraag niet begrepen of bewust ontwijkend geantwoord. Ik vermoed dat laatste”, stelt Van Herpen. “Ze zei dat de voorschriften van de bouwregelgeving ook gelden voor de energietransitie, dus is er hetzelfde veiligheidsniveau. Dat is niet waar. Voorschriften hebben niets met veiligheidsniveaus te maken. Die proberen een bepaald veiligheidsniveau te borgen in traditionele gebouwen.”

Die voorschriften houden volgens hem geen rekening met nieuwe ontwikkelingen en veranderende omstandigheden. “Als we brandbare gebouwen gaan maken, bijvoorbeeld houten gebouwen of gebouwen met biobased isolatiematerialen, dan hebben we te maken met brandrisico’s die nu niet in de regelgeving zitten. Dan schieten voorschriften tekort”, zegt hij.

Brandbare jas

Van Herpen ziet nog andere tekortkomingen bij duurzaam bouwen: de nieuwe isolerende schil van gevels van energieneutrale woningen, bij renovatie of nieuwbouw. Van Herpen noemt dat een brandbare jas. In Arnhem stak een vlam uit een keukenraam die isolatie aan en sloeg de brand via het dak meteen over naar het hele blok. Acht woningen brandden af en honderd woningen moesten ontruimd worden. “Dit is in onze regelgeving niet geborgd. Daar moeten we rekening mee houden. Alles wat innovatief is, past niet in regelgeving en geeft nieuwe risico’s. Dat is niet erg, maar daar moeten we wel op anticiperen”, zegt hij. Om dit soort overslaande branden te voorkomen zijn volgens hem fire stoppers nodig. Dat zijn een soort onbrandbare barrières die in gevels en daken aangebracht moet worden. “Maar die zijn niet populair, want die bestaan vaak uit niet-duurzame materialen als steenwol. Ook is die oplossing niet superbetrouwbaar. Bij brand vallen die barrières eruit en heb je er niets meer aan. Ook bij de brand in de Grenfell Tower in Londen vielen alle fire stoppers eruit.”

Switi fase 3c amsterdam 02 woontoren no 2048x1536
De houten woontoren in de wijk Switi in Amsterdam | Credit: Switi/Amsterdam Woont

Houten gebouwen brandbaarder

Ook bij de bouw van een woontoren van hout en bamboe zoals in de wijk Switi in Amsterdam zet hij vraagtekens over de brandveiligheid. Bij dat soort gebouwen is het bijna onmogelijk om overal noodzakelijke fire stoppers toe te passen, zegt Van Herpen. Gipsplaten rondom alle houten kolommen kunnen voorkomen dat de houten constructie gaat mee branden, maar dat vinden we meestal niet mooi. Daardoor zijn dit soort gebouwen in vaktaal minder fire resilient. “Het gebouw is brandbaar, maar is niet per se minder veilig. De doelen van voorschriften en regels zijn heel simpel: iedereen moet er veilig uitkunnen en de buurtpercelen moeten veilig zijn. Het gebouw mag gewoon afbranden. Dat gebeurt ook steeds meer”, zegt hij. .

Geen ouderen in duurzaam gebouw

Duurzame gebouwen van duurzame materialen hebben volgens hem een veel grotere kans op brand dan traditionele gebouwen. “Maar dat wordt pas onveilig als je er bewoners in zet die minder mobiel zijn, want die mensen kunnen niet vluchten”, stelt Van Herpen. Hij denkt aan ouderen met rollators of andere mensen met een fysieke beperking. De oplossing is volgens hem gebouwen ontwerpen, waarin bewoners bij brand in veilige compartimenten kunnen schuilen.

Andere daken bedrijven

Niet alleen woongebouwen vliegen vaker in brand, ook brandende daken met zonnepanelen van bedrijven op industrieterreinen komen geregeld in het nieuws. In 2023 bijvoorbeeld werd het pand van transportbedrijf Axell Logistics in Etten-Leur door brand verwoest, waarvan het dak vol panelen lag. Dat komt volgens Van Herpen omdat het dak van bedrijven vaak al brandbaar is. Panelen vergoten dan het risico. Na een brand binnen stort het dak in, gaan de panelen mee en worden overal in de omgeving glasdeeltjes verspreid. Dat gebeurde in Etten-Leur ook. De oplossing: betontegels of grond onder de dakpanelen, als de constructie dat toelaat. Of anders een brandwerend dak en sprinklerbeveiliging. “Dat is allemaal te doen, maar die oplossingen kosten geld. Dat zijn wel maatschappelijke kosten die erbij komen”, zegt hij.

Lees ook:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu