De lastechniek, ontwikkeld aan de Amerikaanse Ohio State University, maakt gebruik van dunne metaalfolies en zware stroompulsen.
80 procent zuiniger, 50 procent sterker
Daarmee zijn lichte metalen als aluminium 50 procent steviger met zwaarder maar ook sterker staal te verbinden. Met de techniek zijn auto’s en vliegtuigen lichter en robuuster te maken, wat het brandstofverbruik reduceert.
“Metalen zijn de laatste jaren steeds sterker geworden, onder meer dankzij microstructuren”, zegt Glenn Daehn, professor aan Ohio State. “Bij conventioneel lassen maken we die structuren kapot, omdat het metaal smelt.”
Met de nieuwe methode hebben Daehn en zijn collega’s al succesvol titanium, magnesium, aluminium, ijzer en nikkel verbonden.
Impactlassen
Bij het nieuwe lassen plaatsen de ingenieurs het folie tussen de metalen objecten die ze willen verbinden. Dankzij een krachtige stroompuls door de folie verdampt dit materiaal en slaan de te verbinden materialen krachtig op elkaar. Door de impact ontstaat een stevige verbinding.
Tijdens het lassen smelten niet de grote objecten zelf maar alleen het folie. Omdat er veel minder materiaal te verhitten is, ligt het energieverbruik daarbij 80 procent lager. Tegelijkertijd behouden de metalen hun structuur beter en is ook de las zelf 50 procent sterker.
Bron: Ohio State | Foto: Eneas De Troya, via Flickr Creative Commons (Cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in