Katalysatoren versnellen chemische reacties, zodat medicijnen, kunstmest, brandstoffen en andere chemicaliën al bij lagere druk en temperatuur ontstaan uit basisgrondstoffen. Dat bespaart chemieconcerns energie en helpt de vorming van ongewenste bijproducten, uit parallelle chemische reacties, te voorkomen.
Tjidens de productie van chemicaliën worden katalysatoren worden niet opgebruikt, maar de hulpstoffen ‘slijten’ wel. Daarom maakt de industrie nu vooral gebruik van dure edelmetalen als platina en palladium. Die gaan het langst mee.
Binnen het project Non-Noble Metal Catalysis werken industriële multinationals samen met Europese kennisinstellingen aan chemische hulpstoffen die de productie van brandstoffen en medicijnen verduurzamen, maar niet gebaseerd zijn op edelmetalen. Het onderzoek richt zich daarbij vooral op ijzer, nikkel en cobalt.
Synergie en chemie
De industriële partners van het onderzoeksproject zijn de Nederlandse chemieconcerns DSM en AbbVie, de Brits-Zweedse farmaceut AstraZenica, het Spaanse Concentrol en de Zwitserse bedrijven Syngenta en H2 Industries.
"Bijzonder sterk aan dit netwerk is de synergie", zegt Bert Klein Gebbink, hoogleraar Organische Chemie en Katalyse aan de Universiteit Utrecht. "Zowel de academische als de industriële partners zijn actief op verschillende gebieden in de katalyse, waardoor expertises elkaar aanvullen en kruisbestuiving kan ontstaan."
Vanuit de wetenschap zijn, naast de Universiteit Utrecht, onder meer ook het Duitse Max Planck Instituut, de Universiteit van Bern en de KU Leuven betrokken. De Europese Unie ondersteunt het programma met € 3,5 mln en schept daarmee ruimte om bij elk van de betrokken bedrijven een PhD aan te stellen.
Bron: Universiteit Utrecht, NonoMecat | Foto: allispossible.org.uk (header) & U.S. Army RDECOM (side), via Flickr Creative Commons (cropped by Duurzaambedrijfsleven)
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in