Nederlandse zomers worden steeds warmer en droger, winters juist warmer en natter. Deze lente worden volgens het KNMI weer allerlei droogterecords gebroken. En als het dan regent zijn het hevige, korte stortbuien. Dat zien ze ook bij de WUR. Dit gaat de komende jaren steeds grotere gevolgen hebben voor de landbouw. Droogte leidt tot opbrengstverlies of zelfs misoogsten. Hagel- en stortbuien beschadigen gewassen. Om in de toekomst te kunnen blijven bestaan moeten boeren nadenken wat de impact van klimaatverandering is op hun bedrijf, stellen Emma Knol, onderzoeker klimaat & bedrijf bij de WUR, en haar collega, research manager Herman Schoorlemmer.
Extremer weer raakt landbouw
“We zien dat het de ene keer heel droog is, zoals dit voorjaar, terwijl het twee jaar geleden veel te nat was. De extremen komen steeds frequenter voor, steeds sneller achter elkaar. De uitdaging is hoe je daar mee omgaat”, zegt Knol. De andere trend is de stijging van de zeespiegel in combinatie met droogte, waardoor grondwater en rivierwater steeds zouter worden. “Dat speelt niet alleen in de kustprovincies”, zegt Schoorlemmer. “In delen van Flevoland bijvoorbeeld kunnen boeren geen gebruik maken van het diepere grondwater omdat dat te zout is om mee te beregenen.”
Als gevolg hiervan schuift de uienteelt op van west naar oost. “Uien zijn gevoelig voor zout en zijn daardoor in delen van de kustprovincies lastiger te telen”, zegt Knol.
Wat als er geen water meer is?
Andere gewassen die in diverse groeistadia gevoelig zijn voor droogte zijn bijvoorbeeld aardappelen, mais, prei of peen. Bij gewassen die op zandgronden worden geteeld, is het droogteprobleem vaak groter, omdat het water sneller wegloopt in de bodem. Zolang er nog beregend kan worden, hoeven boeren die gewassen nog niet te vervangen door andere. Knol: “Maar het is belangrijk dat je als boer nu al nadenkt over de vraag: wat als er straks geen water meer is? Kan ik dit gewas nog wel telen of moet ik iets anders bedenken? Tot dusver ging het nog goed tijdens de droge perioden, maar we verwachten dat het in de toekomst extremer en dus lastiger zal zijn.”
Spanje als voorland
In Zuid-Europa is de opwarming en groeiende droogte al langer aan de gang. Daarom kijken de wetenschappers van de WUR hoe boeren daar met klimaatverandering omgaan. “Dat kan een voorbeeld voor ons zijn. Ook komt het klimaat dat daar heerst deze kant op. Wij vragen ons af: stel dat we in Nederland het klimaat van Spanje krijgen, wat moeten we dan doen?”, zegt Knol.
Ziekten en plagen
In een rapport van de WUR over de toekomstige risico’s van het klimaat, dat deze zomer uitkomt, blijkt dat de impact van klimaatverandering op de landbouw alleen maar groter zal worden. Knol: “Wij zien in de scenario’s van het KNMI dat de droogte in de zomer extremer wordt. Ook als het regent wordt het extremer. De winter wordt natter en wat warmer. Dat heeft ook effect op ziekten en plagen.”
Een gevaar van warmere winters is bijvoorbeeld dat aardappels die achterblijven op het land niet meer bevriezen. Schoorlemmer: “Dat heeft gevolgen voor de gewasbescherming. Dan kunnen allerlei schimmels overleven en krijg je ziekten in de bodem met impact op de volgende teelt.”

Klimaatstresstest
De WUR heeft allerlei onderzoeken, programma’s en projecten lopen om boeren te helpen om hun bedrijf op tijd aan te passen aan het veranderende klimaat. Het meest concreet is de Klimaatstresstest, een tool die boeren op bedrijfsniveau inzicht geeft in de risico’s en impact van klimaatverandering. Simpel gezegd voert een boer het aantal hectare land en het type gewassen in dat hij wil verbouwen. Daarna laat de tool aan de hand van economische en klimatologische modellen zien wat de financiële gevolgen zijn als het klimaat in de toekomst verandert en hij desondanks geen maatregelen neemt. Vervolgens zien boeren mogelijke maatregelen die ze kunnen nemen om de impact van klimaatverandering te beperken
“De tool laat zien wat het betekent voor de opbrengsten van jouw bedrijf als je nu niets aanpast en je bedrijf houdt zoals het nu is. Natuurlijk zullen boeren nooit niks doen. Die zijn continu bezig om zich aan te passen. Maar deze tool maakt ze bewust van klimaatverandering en geeft ze het inzicht dat ze echt stappen moeten gaan maken”, zegt Schoorlemmer. De tool wordt deze zomer in de praktijk getest en komt eind dit jaar beschikbaar. Allerlei financiële partijen en een branchevereniging als LTO werken eraan mee.
Boerenstuwtjes
Bij klimaatmaatregelen valt bijvoorbeeld te denken aan het telen van een groenbemester in de winter. Normaal ligt de akker dan braak. Een alternatief is dat boeren iets laten groeien, wat de bodem verbetert. Wortels in de grond voorkomen erosie en houden de bodem luchtiger. Het gehalte aan organische stof wordt groter, waardoor de bodem meer water kan vasthouden en beter bestand is tegen droogte en extreme weersomstandigheden in het voorjaar. Boeren kunnen ook denken aan andere vormen van beregening. Zo is druppelirrigatie veel efficiënter. Het verbruikt minder water en bereikt direct de wortel van de plant. Veel boeren experimenteren hier al mee. In overleg met waterschappen kunnen ze via boerenstuwtjes zelf hun waterpeil controleren en extra water vasthouden. Veel van die maatregelen worden in de praktijk getest bij de afdeling Open Teelten van de WUR in Lelystad.
Slimme oplossingen delen
In het Europese project Climate Farm Demo gaan 1.500 boerenbedrijven - waarvan 60 in Nederland – uit 27 landen met dit soort slimme maatregelen en oplossingen aan de slag. Deze demobedrijven vormen een Europees netwerk waarin ze hun kennis en ervaring delen. Ook organiseren ze demonstraties, bijvoorbeeld over watermanagement of bodembeheer, waarin ze praktijkoplossingen delen met andere boeren. Het project wil boeren laten zien wat ze kunnen verwachten, zodat ze zich voor kunnen bereiden. “Het zijn gewone boeren - akkerbouwers, veehouders, olijfboeren, druiventelers -, die allemaal bezig zijn met nieuwe dingen rondom klimaatadaptatie en -mitigatie”, zegt Schoorlemmer. “In de veehouderij gaat het bijvoorbeeld over mitigatie: hoe kun je je uitstoot van broeikasgassen verminderen? In de akkerbouw gaat het vooral om adaptatie. Hoe kan ik zorgen dat ik een boterham kan blijven verdienen onder de veranderende omstandigheden?”

Veel animo bij boeren
In het project Climate Smart Advisors, waar de WUR ook bij betrokken is, gaan adviseurs bij de boeren langs om klimaatadviezen te geven. Doel is hen te mobiliseren om methoden voor klimaatadaptieve en -mitigerende landbouw toe te gaan passen. In juni start het project Climate Smart Research, waarbij op tien locaties in Europa verdiepend onderzoek naar klimaatadaptatie en -mitigatie wordt gedaan. De WUR is hierbij de projectcoördinator.
De animo bij boeren om aan dit soort projecten mee te doen is groot. Knol: “De meeste boeren realiseren zich dat het weer het hen lastig maakt. Daarom moeten ze kijken naar alternatieven of wat ze op de langere termijn kunnen doen als dit vaker voorkomt.” Bij dat laatste komt de vraag aan de orde of ze misschien andere gewassen moeten gaan telen.
Boeren in 2050
De hamvraag is dus of Nederlandse boeren in een veranderd klimaat kunnen overleven? Oftewel, hoe ziet de Nederlandse landbouw er in 2040 of in 2050 uit? “Daar hebben we ook een project voor, waarin we dat aan het uitzoeken zijn”, stellen de twee. Dat heet Klimaat- en water-robuuste land- en tuinbouw in 2050. Daarin worden diverse toekomstscenario’s voor klimaatbestendige landbouw verkend. Door deze scenario’s met praktijkpartijen vorm te geven, kan vervolgens worden nagedacht over de stappen die boeren, beleidsmakers en andere belanghebbenden moeten nemen om tot een klimaatbestendige landbouw te komen
Knol: “We hebben nu aan de hand van enquêtes en interviews drie verschillende scenario’s uitgewerkt. Dan gaat het over de vraag: hoe zie jij de landbouw in de toekomst voor je? Die drie scenario’s willen we binnenkort gaan visualiseren.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in