Voor John Vernooij, algemeen directeur van afvalverwerker Omrin, is de wekker vroeg gegaan. De Fries is in São Paulo, Brazilië, voor het World Circular Economy Forum, dat op 13 en 14 mei plaatsvond. Het is half 8 ‘s morgens als hij ons op vrijdag vanuit zijn hotelkamer te woord staat. Op de achtergrond baden wolkenkrabbers in het grijze ochtendlicht. Het vroege tijdstip deert hem niet, lacht hij. “Ik loop nog op Nederlandse tijd.”
Naast directeur van Omrin is Vernooij voorzitter van Vereniging Circulair Friesland (VCF). In die hoedanigheid was hij afgelopen week in Brazilië - om te vertellen hoe zijn provincie vorm geeft aan de circulaire economie. In een tijd waarin de druk op circulaire bedrijven groeit, doet Friesland dat namelijk verrassend succesvol, blijkt uit een rapport van Circle Economy.
Bovengemiddelde scores
Dit impact-adviesbureau doet jaarlijks wereldwijd onderzoek naar de status van de circulaire economie. Dit jaar is op verzoek van Vereniging Circulair Friesland voor het eerst ook een provincie – hun provincie – in de benchmark meegenomen. Daaruit blijkt dat Friesland bovengemiddeld scoort ten opzichte van nationale en globale gemiddelden.
Bijvoorbeeld op het gebied van hergebruik van materialen: in Friesland is 10,6 procent van alle grondstoffen die worden geconsumeerd afkomstig uit hergebruik, tegen 9,8 procent in ons land en 6,9 procent op wereldschaal. Ten opzichte van andere Nederlandse provincies is ook het aandeel groene energie (25 procent) relatief hoog - met uitzondering van Flevoland, dat richting een aandeel van 50 procent gaat.
Gestructureerde regionale aanpak
Ook het Friese ecosysteem, de mate waarin de regionale overheid het bedrijfsleven ondersteunt inbegrepen, wordt beter beoordeeld dan het Europese gemiddelde (117 tegenover 100 punten). Dat is geen toeval, zegt Tjeerd Hazenberg, beleidsadviseur circulaire economie bij de provincie Fryslân, maar het gevolg van een gestructureerde, regionale aanpak.
Hazenberg belt in vanuit Leeuwarden. Hij is net terug van een bezoek aan het Zweedse Värmland, een regio die de circulaire economie eveneens hoog op de agenda heeft staan. Een treinreis van bijna twintig uur, dat was nogal een trip. “Maar wel een heel leuke ervaring.”

Vroeger keek Friesland voor inspiratie naar zulke gebieden, tegenwoordig gebeurt het ook andersom. De sleutel zit volgens Hazenberg en Vernooij in de manier waarop de Friese transitie naar de circulaire economie georganiseerd is, of specifieker, dat die transitie überhaupt georganiseerd is, met de Vereniging Circulair Friesland als spil.
De VCF brengt 180 leden vanuit verschillende hoeken samen: bedrijven, overheden, onderwijsinstellingen en non-profitorganisaties. “Een brede beweging die gezamenlijk doelen stelt, oplossingen bedenkt en strategieën bepaalt om daar te komen”, zegt Vernooij. “Dat heb ik in Nederland nog bijna nergens gezien. Niet op deze manier.”
Kompas voor bedrijven
Het gedachtegoed van Vereniging Circulair Friesland steunt in totaal op zeven pijlers. Naast gebruik van water en grondstoffen en de opwek van hernieuwbare energie wordt bijvoorbeeld ook gekeken naar het versterken van de biodiversiteit en inclusief werkgeverschap.
Voor de leden gelden die pijlers als een soort kompas, vertelt Vernooij; bedrijven proberen ze ook een plaats in de eigen bedrijfsvoering te geven. “Wij hebben op ons eigen bedrijventerrein, Ecopark de Wierde, net 6.000 bomen geplant. Ik heb zelfs een ecoloog in dienst die de faunastand in de gaten houdt. En we bieden mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt een leer-werkplek aan.”
Vereniging Circulair Friesland begint in 2015 op initiatief van zeven bedrijven, waaronder Omrin, die sneller willen verduurzamen. “Ik geloof in verandering van onderaf”, zegt Vernooij. “Ik heb de telefoon gepakt en andere ondernemers gebeld met de vraag of ze mee wilden doen. Ik zei: ‘Luister, het kost je 5.000 euro, je moet je voor drie jaar aan de club verbinden en wat het oplevert weet ik nog niet. Maar het wordt wél leuk.’ Toen we 35.000 euro bij elkaar hadden, zijn we naar de provincie en gemeenten gestapt met de vraag of ze het initiatief konden ondersteunen en ons met de juiste partijen konden matchen.”
Mkb als ruggengraat
Wat hielp is dat Omrin, een publieke afvalverwerker, al de nodige politieke lijntjes had. Het bedrijf werkt in opdracht van 36 gemeenten, bij de aandeelhoudersvergadering zitten 36 wethouders aan tafel. En wat ook hielp, is dat Friesland volgens Vernooij en Hazenberg een redelijk ‘egale’ bedrijfsstructuur heeft, met andere woorden, geen grote spelers als ASML die min of meer in hun eentje de dienst uitmaken. Mkb’ers vormen de ruggengraat en die zijn zich er ‘zeer bewust’ van dat ze het met elkaar moeten doen.
Voor de provincie was het initiatief een zegen, zegt Hazenberg. “Omdat we wisten: top-down beleid is niet efficiënt. Vereniging Circulair Friesland bundelde de ambitie en energie die er al in de regio was en stelde ons voor de vraag hoe we dit het beste met beleid konden ondersteunen.”

Vertrekpunt was een analyse van Urgenda, waarmee in kaart werd gebracht op welke gebieden Friesland al sterk was en waarop kon worden voortgebouwd. Voorbeelden zijn de bouw, infrastructuur, watertechnologie, agrifood en (plastic) afvalverwerking en –recycling – het terrein van Omrin. Vernooij stelt dat Vereniging Circulair Friesland een cruciale bijdrage heeft geleverd aan het hoge afvalscheidingspercentage van het bedrijf: bijna 80 procent, waar het Nederlandse gemiddelde 57 procent is.
Duurzaam Fries gas
Organisch afval wordt vergist en het biogas dat daarbij vrijkomt, wordt opgewerkt tot aardgas. Ook op dat vlak blijken de korte lijnen met de politiek waardevol; Omrin levert dit groene gas aan Ovef, de inkoopcoöperatie van de Friese overheden, waarmee alle panden van de provincie en gemeenten worden verwarmd. Tot 2022 had Friesland een contract bij Gazprom, maar de provincie moest in 2022 verplicht overstappen vanwege de sancties tegen Rusland. Het alternatief was ook veel beter, lacht Vernooij. “Duurzaam Fries gas, lokaal opgewekt. Daarmee worden we als provincie direct onafhankelijker.”
De productie van groen gas is onderdeel van een langetermijnstrategie die niet louter winstgedreven is, vervolgt de Omrin-directeur. “De eerste tien jaar heeft het ons alleen maar geld gekost, in die zin dat onze kostprijs lager was geweest als we de investeringen – in de vergisting, in de opwerkinstallatie - niet hadden gedaan. Maar inmiddels plukt iedereen er de vruchten van.”
Klassiek kip-ei-verhaal
Een ander voorbeeld van een samenwerking over verschillende lagen heen is de Fryske Vezelhennepdeal, waarbij boeren, bouwers en woningcorporaties de handen ineenslaan om isolatie met biobased materialen op de kaart te zetten. Zoals vezelhennep, dat CO2 opslaat en lokaal kan worden geteeld, waarmee het een duurzamer alternatief is voor gangbare materialen als glas- en steenwol.
Ook hier geldt het klassieke kip-ei-verhaal: zonder (grootschalige) beschikbaarheid nemen architecten vezelhennep niet mee in hun ontwerpen en kopen bouwbedrijven het niet in, maar zonder afzetmarkt gaan akkerbouwers geen hennep verbouwen. Vernooij: “Dus is gezamenlijk besloten om Friese vezelhennep te gebruiken bij de isolatie van ten minste duizend woningen.”

En de rol van Vereniging Circulair Friesland bij de totstandkoming van die deal? Eigenlijk is dat heel simpel, voegt Hazenberg toe. “Zij zorgen dat iedereen met elkaar om tafel komt en regelen de koffie. Daar begint het mee.”
Opschaling evident
Het zijn stappen die snel schaal kunnen krijgen, denkt Vernooij. “We zijn begonnen met 200 hectare vezelhennep, dit jaar gaan we naar 1.000 hectare, over vijf jaar moet dat 5.000 hectare zijn. Dan kan het materiaal op grote schaal worden ingezet – ik stel me voor dat gemeenten het op termijn voor de ontwikkeling van hele wijken gaan voorschrijven.”
De noodzaak van opschaling is evident. Want ook al gebeuren er in Friesland mooie dingen, de weg naar een écht circulaire economie is volgens de VCF-voorzitter nog lang. “Nederland wil in 2050 voor 100 procent circulair zijn. Wij zitten hier nu op zo’n 10 procent, een tiende van wat nodig is. Daarmee mogen we koploper zijn, maar eigenlijk is het helemaal niet zoveel.”
Vernooij moet afsluiten; zijn dag gaat beginnen, het World Circular Economy Forum roept. Gisteren mocht hij het internationale publiek op het podium al vertellen over de Friese inspanningen op het gebied van circulariteit. Een beetje flauw, maar wisten de aanwezigen eigenlijk wel waar Friesland lag? Hij schiet in de lach. “Je zou ervan staan te kijken. We maken naam in de wereld van de circulariteit. En we leren steeds beter om daar niet te bescheiden over te zijn.”
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in