Denemarken geldt internationaal als een van de koplopers op het gebied van de aanleg van warmtenetten. Hoe dat komt? Daarvoor moeten we terug naar de oliecrisis in de jaren '70 van de vorige eeuw. Voor de Deense overheid bleek dat een wake-upcall. Sindsdien zet het land bewust in op collectieve warmtevoorziening, met als doel om minder afhankelijk te worden van fossiele import. Ieder jaar groeit het aantal aansluitingen met zo'n 35.000. Als dat tempo doorzet, dan wordt rond 2030 ongeveer 80% van de woningen op deze manier verwarmd. Ter vergelijking: in Nederland blijft het percentage vooralsnog steken op een schamele 6%. Het doel is echter minimaal een kwart van de huishoudens in 2050, als Nederland klimaatneutraal moet zijn. Werk aan de winkel dus. Deze ambitie vraagt om een groei van minimaal 100.000 aansluitingen per jaar. Een getal dat in de verste verte niet wordt gehaald.
Studiereis naar Denemarken
Een groep Nederlandse bestuurders, energiebedrijven en publieke partijen stak daarom afgelopen jaar de Noordzee over. Hun missie? Leren van de Denen. Want hoe hebben zij dit eigenlijk voor elkaar gekregen? Een deel van dat antwoord staat hierboven beschreven: Denemarken is er simpelweg op tijd mee begonnen. “In Nederland lag de focus heel lang op de cv-ketel, als gevolg van de gasbel in Groningen uiteraard. In Denemarken namen ze een andere afslag. Al meer dan 50 jaar wordt daar in collectieve warmtenetten geïnvesteerd. Dit heeft geleid tot een volwassen markt en een brede acceptatie onder de bevolking”, zegt Jeroen Sanders. Hij werkt als Chief Transition Officer bij Enexis en treedt namens alle netbeheerders op als woordvoerder op dit dossier.
Een maximaal winstpercentage
Naar aanleiding van de studiereis schreef nlmtd een adviesrapport over het Deense model. Wat hierin meteen opvalt: warmtenetten zijn daar géén verdienmodel. Gemeenten en coöperaties mogen dus geen winst maken op de levering van warmte. Elke euro die binnenkomt, wordt gebruikt om het systeem draaiende en betaalbaar te houden. “In Nederland is dat anders. Op de netbeheerders na hebben we onze energievoorziening overgelaten aan vrije marktpartijen en die moeten nu eenmaal winst maken. Dat is een politieke keuze geweest”, aldus Sanders. Wel geldt er in ons land inmiddels enige mate van regulering. De ACM kan bij bestaande warmteleveranciers nu namelijk een rendementstoets uitvoeren.
Belang van draagvlak
Maar het gaat niet alleen om euro’s. Draagvlak is misschien wel de belangrijkste succesfactor voor de aanleg van warmtenetten. En dat zit in Denemarken duidelijk goed. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de Denen van alle inwoners in Europa de hoogste publieke waardering hebben voor warmtenetten. Nederland daarentegen bungelt ergens onderaan. Warmtenetten zijn in Denemarken ingebed in het dagelijks leven. Mensen weten wat ze krijgen, zo is te lezen in het rapport. Ze hebben inspraak en zien dat het werkt. In Nederland is dat vertrouwen er niet altijd. Bewoners klagen bijvoorbeeld dat ze te laat worden geïnformeerd of voelen zich voor het blok gezet: meedoen of koud blijven zitten. “Rob Jetten, de vorige minister voor Klimaat en Energie, stuurde vorig jaar het voorstel voor de Wet Collectieve Warmte naar de Kamer. Daarin staat dat in de toekomst minimaal 51% van een warmtenet in handen moet komen van publieke partijen. Dit kan voor extra vertrouwen zorgen bij burgers”, aldus Sanders. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kwam het afgelopen jaar in een belangrijk rapport over het aardgasvrij maken van woonwijken tot dezelfde conclusie. Nog voor het zomerreces gaat de Kamer hierover in debat.
Warmte en elektriciteit in één installatie
Wat verder nog opvalt? Deense netten draaien vaak op restwarmte, biomassa of zelfs eigen windmolens. Voor warmtenetten is fossiel er – in tegenstelling tot in Nederland – maar een zeer beperkte bron van betekenis. “Bovendien combineren ze daar warmte en elektriciteit in één installatie, een zogeheten CHP (combined heat en power), vaak gecombineerd met warmteopslag”, aldus Sanders. “De winst uit stroomverkoop wordt gebruikt om de warmteprijs te verlagen en dat systeem werkt verrassend goed. Ze zijn zo bijvoorbeeld minder afhankelijk van prijsschommelingen in de markt en kunnen ook bijdragen aan het leveren van flexibiliteitsdiensten in het energiesysteem. Deze integrale benadering is wat mij betreft een belangrijk leerpunt. Zie warmte niet meer als een losstaand project, maar maak het onderdeel van een veel breder energiesysteem.”
Gunstige tarieven
Ook op het gebied van financiering heeft Denemarken trouwens een voorsprong op Nederland. Er bestaan daar publieke kredietinstellingen die goedkoop geld verstrekken aan warmtebedrijven. De looptijden van leningen zijn lang – tot wel 45 jaar – en de rentetarieven opvallend laag. “Dat komt de businesscase duidelijk ten goede. In Nederland is dit beeld heel anders. Hier worden warmtenetten bijvoorbeeld al binnen 20 jaar afgeschreven, waardoor de kosten van financiering veel hoger uitvallen.”
Het hanteren van langere afschrijvingstermijnen drukt bovendien de jaarlijkse lasten voor burgers. En dat is veel waard, zo leren we van de situatie in Denemarken. Gemiddeld betaalt een Deens huishouden honderden euro’s per jaar minder voor de afgenomen warmte dan een gezin in Nederland. En iedereen die kan rekenen weet: als burgers geld kunnen besparen, raken ze meestal vanzelf enthousiast.
Lessen voor de toekomst
Tom Maes van nlmtd is medeauteur van het adviesrapport over het Deense model met warmtenetten. Hij ziet hierin een paar duidelijke opdrachten voor de overheid. “Het gaat om heel hoge bedragen. De politiek zou daarom werk moeten maken van een stabiel en transparant investeringsklimaat. Dit gaat onder meer om aansluitverplichtingen, goedkope marktstandaarden voor financieringen en regulering, zodat er bij bedrijven en burgers meer vertrouwen in het gehele systeem ontstaat. En voor de marktpartijen: kijk breder dan alleen naar de energiedrager warmte in de rendementsberekeningen, zoals ze in Denemarken al wel doen met het terugleveren van stroom door middel van CHP-installaties”, aldus Maes. Dit maakt de businesscase volgens hem meteen een stuk interessanter. “Wat Denemarken laat zien, is dat warmtenetten kunnen werken, voor burgers én het klimaat. Mits ze onderdeel zijn van een duidelijke visie op het energiesysteem. Zonder die visie blijven Nederlandse warmtenetten hangen in goede bedoelingen, incidentenpolitiek en gemiste kansen.”
Change Inc. LABS
Wil je ook de overstap maken naar een duurzame wereld, maar kun je nog wat hulp gebruiken? Change Inc. LABS, in samenwerking met nlmtd, kan hierbij helpen. Benieuwd hoe? Kijk op Change Inc. LABS.
Dit artikel is gemaakt door een van onze expertredacteuren in samenwerking met onze partner nlmtd. Change Inc. werkt met partners die de klimaattransitie aanjagen. Zij kunnen cases presenteren waar anderen zich aan kunnen optrekken en zijn eerlijk over de uitdagingen. Niet één bedrijf is al 100 procent duurzaam, maar veel zijn onderweg. Dankzij ons partnermodel zijn onze artikelen gratis toegankelijk voor iedereen. Benieuwd naar hoe wij werken? Klik hier.
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in