10 jaar na fabrieksramp Rana Plaza: dit heeft het Bangladesh Akkoord gedaan voor de mode-industrie

Op 24 april is het precies tien jaar geleden dat de Rana Plaza fabriek in Bangladesh instortte. Bij de ramp kwamen ruim 1.200 textielarbeiders om het leven en dat zette de grote modeproducenten aan het denken. Als gevolg zetten zo’n 220 merken hun paraaf onder het Bangladesh akkoord. Tijd om de balans op te maken: wat hebben de veiligheidsafspraken betekend voor de mode-industrie?

656c4ff0 d2a6 420a ac8a 8251b06635d5
Een ingestort Rana Plaza op 24 april 2013.

Het Bangladesh-akkoord, sinds 2021 ook wel ‘International Accord’, staat sinds 2013 garant voor mensenrechten in kleding- en textielfabrieken. Het gaat om veiligheidsafspraken tussen kledingmerken en vertegenwoordigers van textielarbeiders, in de eerste plaats over brand- en instortingsgevaar. Tijdens de pandemie moesten extra regelingen ook Covid-gerelateerde ontslagen en looninhoudingen aanpakken.

Duizenden inspecties

Eén decennium, drie versies en één uitbreiding naar Pakistan verder, wordt de impact van het akkoord zichtbaar – en meetbaar. Volgens Joris Oldenziel, die de implementatie van de laatste versie aanstuurt, staat de teller van het aantal inspecties in Bangladesh op 40.000. Ze vonden plaats in ruim 1.800 fabrieken waarin zo’n twee miljoen arbeiders kleding maken voor ondertekenaars.

De veiligheidsschendingen waren van verschillende aard, 130.000 soorten om precies te zijn. Meer dan 90 procent van de fabrieken ondergingen al renovaties, gefinancierd door de merken. Dat gaat van simpele elektriciteitsproblemen tot het instaleren van complexe alarmsystemen. “Je kunt nu stellen dat Bangladesh een van de veiligste landen is om in te produceren”, zegt Oldenziel op een persconferentie van de SKC ter herinnering van Rana Plaza.

Adobe Stock 485555171
De Bengaalse kledingproductie telt ruim 4 miljoen arbeiders.

Klagen met steun

Naast inspecties door derden, verplichte veiligheidscomités, trainingen en arbeidersvergaderingen, biedt het akkoord een formeel klachtenmechanisme. Arbeiders kunnen veilig klachten indienen als hun gezondheid of veiligheid op de werkvloer in gevaar is. Bijvoorbeeld als naaimachines schokken geven of als brandtrappen zijn geblokkeerd.

Die klachten worden in behandeling genomen door de RMG Sustainability Council (RSC). “Dat vergt natuurlijk wel dat een arbeidster klaagt, maar gelukkig weet men het klachtenmechanisme steeds beter te vinden”, weet campagnecoördinator Christie Miedema van de Schone Kleren Campagne (SKC). Slechts 1 fabriek is uit het akkoord gezet omdat er na een klacht geen actie werd ondernomen.

Het akkoord is geen garantie voor goede arbeidsomstandigheden. Leefbare lonen vallen bijvoorbeeld buiten het akkoord. Miedema: “Als de klacht alleen over lonen gaat, is het moeilijk om via het akkoord iets te doen en wordt de klacht doorgestuurd naar de verantwoordelijke merken en de vakbonden. Als er ook geweld in het spel is, kan er meer gedaan worden, omdat dat ook de veiligheid en gezondheid van arbeidsters in het geding is.”

Baanbrekend verschil

“Dit akkoord maakte voor ons een fenomenaal verschil”, zegt vakbondsactivist Kalpona Akter op de persconferentie van SKC. Ze was vanaf het begin betrokken bij de implementatie van het akkoord en zag grote veranderingen. “De Rana Plaza was niet het eerste ongeval in Bangladesh, er waren er al veel meer. Het akkoord legde de verantwoordelijkheid bij de merken – bij de business – en dat heeft de werkomgeving van twee miljoen textielarbeiders veiliger gemaakt. Van de ruim 100.000 gevaren is het maximale getemperd.”

Volgens Akter zijn de prestaties van het akkoord heel concreet. “Arbeiders hebben geleerd hoe ze 'nee' kunnen zeggen tegen onveilig werk. Als iemand een scheur in een gebouw ziet, kunnen ze dat werk afslaan en het probleem bekend maken in naam van het akkoord. Voor de intrede van het akkoord kon dat niet.” Het klaagmechanisme is uniek in de zin dat het anoniem en veilig kan. Arbeiders die bezwaar maken kunnen niet zomaar hun baan verliezen.

Adobe Stock 361075785
Het International Accord moet ook buiten Bangladesh en Pakistan gaan gelden. | Credit: Adobe Stock.

Willen merken (nu) wel betalen?

Uitdagingen zijn er zeker nog, allereerst in de fabrieken van merken die niet hebben ondertekend. Daarin werkt nog altijd de helft van de Bengaalse textielarbeiders. Bovendien helpt het akkoord niet met lonen of de zwakke positie van vakbonden. Als je er zo naar kijkt, had er in tien jaar wel meer vooruitgang kunnen worden geboekt. Geld verklaart deels waarom dat niet het geval is, duidt Scott Nova, directeur van de Worker Rights Consortium (WRC) op de persconferentie.

De ingrepen die nodig zijn in Bengaalse fabrieken zijn geen goedkope fiks. Ondertekenaars gaven tot nu toe ruim 70 miljoen dollar uit aan administratie- en inspectiekosten. “De realiteit is dat de merken in die tijd (van Rana Plaza, red.) niet bereid waren om de financiële kosten en vertraagde productie die horen bij reparaties op zich te nemen”, zegt de directeur. Door bewustzijn na de Rana Plaza ramp, veranderde dat – al dan niet tijdelijk, want bij de tweede versie van het akkoord haakten al twintig grote merken af.

Geen kwestie van rotte appels

Bijna elke fabriek had toen in 2013 de stand werd opgemaakt een gebrek aan effectieve brandtrappen en veel verdiepingen stonden op instorten, omdat ze nooit op veiligheid waren gebouwd. Het was, zoals Nova zegt, geen kwestie van een paar rotte appels: het was een structureel probleem. “Het akkoord heeft dat aangepakt met bindende afspraken”, concludeert Nova. “Die vervingen de vrijwillige controles van merken die arbeiders niet goed hebben beschermd. Door dit programma zijn merken contractueel verplicht om de noodzakelijke stappen te ondernemen om fabrieken veilig te maken. Toen onder het akkoord inging, was dat in de meeste gevallen de allereerste keer dat een gekwalificeerde ingenieur een stap in die fabrieken zette.”

Wat veiligheid betreft, zien Oldenziel, Akter en Nova het akkoord dus als een groot succes met veel potentie voor de hele industrie. “En toch zien we heel weinig vooruitgang op andere gebieden van arbeidsrechten”, vervolgt Nova. “We zien lonen die veel te laag zijn, enorme obstakels voor arbeiders om zich in vakbonden te organiseren, en andere veiligheidsdilemma’s. Ook daarvoor moeten dus bindende afspraken komen, en dan niet alleen in Bangladesh, maar in heel Zuidoost-Azië.” De eerlijke vraag blijft: komen merken zonder Rana Plaza 2.0 nogmaals over de brug?

Lees meer:

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu