Cooloo (je zegt: Koeloe) gebruikt restmaterialen als leer, kurk en schuim om oude meubels op te knappen. Geen nieuwe stoffen, geen ingewikkeld gestoffeer, maar een sterke coating van afval die je zo over een oude bank of stoel spuit. "En dat werkt" zegt commercieel directeur Ricco Fiorito. "We besparen tot 94 procent CO2 in vergelijking met de aanschaf van nieuw meubilair." Zelfs designklassiekers krijgen bij Cooloo een tweede leven. "We hebben stoelen van Verner Panton onder handen genomen. Nieuwe look, zelfde vorm. En je kunt daarbij kiezen voor coatings van bijvoorbeeld olijfpitten of jeansresten."
Van meubelfrustratie naar circulaire innovatie
Cooloo is ontstaan vanuit een frustratie over het traditionele stoffeerproces, dat tamelijk omslachtig en vooral erg vervuilend is. De oprichter, Leo Schraven, werkte jarenlang als directeur van Leolux Meubelfabriek en zag daar van dichtbij hoe ingewikkeld het productieproces was. Met veel handwerk, diverse soorten materialen en een grote hoeveelheid afval. Stofferen is bovendien zwaar werk. En daar komt ook nog de afhankelijkheid van grondstoffen uit verre landen bij, wat productie kwetsbaar en relatief duur maakt.
Hoe kun je meubels lokaal produceren, met materialen die gewoon voorhanden zijn, vroeg hij zich af? In 2013 begon voor Schraven het experimenteren. Het idee was even eenvoudig als radicaal: meubels maken van schuim, afgewerkt met een coating op basis van reststromen. Geen tientallen stappen meer, maar een paar slimme handelingen. Die gedachte vormde de basis voor het model waar Cooloo nu op draait. Door restmaterialen zoals leer, kurk of textielsnippers te verwerken tot spuitbare coatings, ontstaat een duurzame afwerking die oude meubels een nieuw uiterlijk geeft. Het klassieke stofferen wordt zo overgeslagen en de levensduur van producten verlengd. Meubels renoveren is ineens een heel stuk simpeler geworden.
Een fossielvrij productieproces
Hoewel het bedrijf werkt met restmaterialen en circulaire grondstoffen, is het bindmiddel dat wordt gebruikt nog niet volledig biobased. "Momenteel schommelt het biobased-gehalte nog tussen de 65 en 75 procent. Het streven is om dit op termijn naar 100 procent te brengen", zegt Fiorito. Hij voegde zich later bij het team en is het commerciële geweten van Cooloo. De verdere ontwikkeling is deels afhankelijk van de beschikbaarheid van geschikte chemische bouwstenen. "We zijn in gesprek met leveranciers om die ontwikkeling te versnellen, zodat ook dit onderdeel van het productieproces uiteindelijk volledig fossielvrij kan worden. Daarnaast zitten we nu vol in ontwikkeling om het hele bindmiddel ook kunststofvrij te maken"
Cooloo laat in ieder geval zien dat duurzaam en design best samen kunnen gaan. Een paar van hun concepten wonnen al de nodige prijzen. Zo kregen de spuitbekledingen CooLLeather en CooLCork in 2018 een Design District Award. En tijdens de Dutch Design Week 2020 won de stoel ‘Ameba met Hugo de Ruiter’ de Good Industrial Design Award. Meer recent nog viel Cooloo in de prijzen tijdens de Fair Future Challenge, een wedstrijd van stichting DOEN. Het prijzengeld - een ton maar liefst - staat inmiddels op de rekening. Daarmee wil het bedrijf nu doorpakken, met het opzetten van circulaire werkplaatsen in nauwe samenwerking met kringloopwinkels en milieustraten onder meer. “We combineren afval, arbeid en creativiteit", aldus Fiorito. "Een oud meubel pimpen met lokale reststromen én mensen met afstand tot de arbeidsmarkt erbij betrekken? Daar wordt iedereen beter van."
De schaduwkant van fast furniture
Net als fast fashion kent ook de meubelindustrie een wegwerpmodel. Goedkope banken, stoelen en tafels worden massaal geproduceerd, vaak met lage lonen en vervuilende materialen. Ze belanden regelmatig na een paar jaar alweer op de afvalberg. Deze trend van fast furniture zorgt wereldwijd voor een alsmaar groeiende afvalstroom. Door de mix van hout, lijm, textiel en metaal zijn meubels lastig te recyclen. Het gevolg? Ze krijgen al gauw een enkeltje richting verbranding of stort. Deze lineaire keten staat haaks op de circulaire ambities van de Europese Unie en vormt een structureel milieuprobleem.
Meubelreuzen hikken nog
Op de kantoren van Red Bull en ASML staan al meubels met een Cooloo-etiket. Toch staan de grote meubelspelers nog niet in de rij voor de technologie die het bedrijf ontwikkeld heeft. Dat heeft volgens Fiorito te maken met het vastgeroeste businessmodel dat deze sector in zijn greep houdt. "Deze bedrijven zijn groot geworden met stoffeerwerk, machines en routines. Onze aanpak vraagt om een radicaal andere manier van denken en dat vinden ze spannend." Wel ziet hij de sfeer langzaam maar zeker veranderen. "Toen we in 2018 voor het eerst op een grote beurs stonden, keken ze ons vreemd aan. Nu komen ze voorzichtig toch even kijken en tonen interesse. De markt staat dan ook onder druk, door wetgeving, haperende supply-chains en een consument die duurzaamheid steeds belangrijker vindt. Ze móeten wel gaan veranderen."
Naast meubels past Cooloo hun technologie inmiddels ook toe op wanden, vloeren en gevels. De spuittechniek die het hiervoor ontwikkelde is gepatenteerd. En om sneller impact te kunnen maken, denkt het bedrijf erover na om dit via partners te vermarkten. "In plaats van alles zelf te doen, willen we onze techniek wereldwijd delen", zegt Fiorito. "In elk land werken met lokale afvalstromen en partners, is ons streven. Dat is pas schaalbaar verduurzamen." Zijn droom? Dat we meubels niet meer gaan zien als wegwerpartikelen, maar als producten met een verhaal. "En dat je over tien jaar gewoon zegt: deze stoel is al vijf keer opnieuw gecoat en hij zit nog steeds als een huis."
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in