Data van 2,5 miljoen jaar oud
De Geologische Dienst Nederland, onderdeel van TNO, krijgt voortaan boormonsters van offshore windmolenparken. De monsters komen van dieptes tot 80 meter onder de zeebodem, waar voorheen vooral kennis was van ondiepe lagen tot 10 meter en van olie- en gasreservoirs op kilometers diepte. Deze nieuwe monsters geven een beeld van de ontwikkeling van de zeebodem tot 2,5 miljoen jaar terug.
"Kennisontwikkeling van de zeebodem is hard nodig voor een versnelde energietransitie en dus om de Europese Green Deal tot een succes te maken. Door dat sneller en beter te doen, kan tijdwinst worden geboekt bij de planning en plaatsing van offshore windparken in de hele Noordzee’’, aldus marien- en kustgeoloog Sytze van Heteren. ‘’Denk ook aan planning van maatregelen en ingrepen zoals CO2-opslag in de bodem en de groeiende offshore infrastructuur.’’
Bieb van de ondergrond
Het recyclen van de boormonsters betekent ook een fikse kostenbesparing. Een windparkboring kost al gauw 100.000 euro aan scheepstijd, arbeid en apparatuur. Nu komen de duizenden unieke monsters met onder meer zand, grind en klei terecht bij de Geologische Dienst waar ze in het Kernhuis, -een soort bibliotheek van de Nederlandse ondergrond- worden bewaard.
TNO heeft de gerecyclede bodemmonsters te danken aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland die studies naar gebieden voor windenergie verzorgt. Daar hoort ook grondonderzoek van de Noordzeebodem bij. De data en monsters gingen daarna naar de ontwikkelaar van het windpark. Nadat het park gebouwd is gaan de bodemmonsters naar TNO, waar iedereen er gebruik van kan maken.
Van Heteren: ‘'We hebben nu ruim tien kubieke meter aan zakjes met klei, zand, grind die per plastic container zijn aangevoerd en met streepjescodes zijn opgeslagen in kratjes.’’
Lees ook:
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in