Waarom biologische aardappelteelt niet de oplossing is

De Europese Unie wil via de Farm to Fork-strategie de landbouw duurzaam maken. Dat betekent onder andere 50 procent minder gewasbeschermingsmiddelen in 2030. En dat heeft grote gevolgen voor aardappelproducenten als Lamb Weston / Meijer en haar telers.

Markus spiske Nnoy G7 Q Vk Y unsplash
Ongeveer 60 procent van de gewasbeschermingsmiddelen die worden gebruikt, zijn tegen schimmelziekte phytophthora. | Credit: Unsplash

Nederland is een aardappelland, want de knol gedijt goed in de Hollandse grond. In 2021 stond er op 72.000 hectare volle grond aardappels voor consumptie. Dat levert meer dan 3 miljoen ton piepers op. Nederland heeft dan ook een grote aardappelverwerkende industrie. De joint venture Lamb Weston / Meijer (LWM) is één van de producenten. Jaarlijks verwerkt het 1,7 miljoen ton aardappelen in haar zes Europese fabrieken. Daarvan maakt het diverse soorten voorgebakken frites en gedroogde aardappelvlokken. Die vlokken worden weer gebruikt om chips en gnocchi (pasta op basis van aardappel) mee te produceren en gaan door sauzen en soepen als bindmiddel.

LWM heeft er baat bij dat de aardappelopbrengst van de telers op peil blijft de komende decennia. Reden genoeg voor Dirk Peters, landbouwkundige bij de producent, om uit te zoeken wat de Farm to Fork strategie voor de Europese aardappelteelt gaat betekenen.

“Ongeveer 60 procent van de gewasbeschermingsmiddelen die onze telers gebruiken is voor de bestrijding van phytophthora: de schimmelziekte die wereldwijd de aardappeloogst bedreigt.” De aardappelziekte grijpt snel om zich heen en kan zo de hele oogst van een boer vernietigen. “Het kan binnen twee tot drie dagen je gehele aardappelveld met de grond gelijk maken. En het waait makkelijk over naar aardappelvelden in de regio, waardoor die ook besmet raken.”

Halveren gewasbeschermingsmiddelen

Maar als we volgens Farm to Fork in 2030 de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen in heel Europa moeten halveren, is phytophthora niet meer te bestrijden. Ter vergelijking: afgelopen jaar was door de natte zomer een phytophthora-rijk jaar. In de biologische teelt, waar geen middelen mogen worden gebruikt, is daardoor 75 procent van de oogst verloren gegaan.

Lees ook: Miljarden voor biologisch eten uit de EU, dit jaar miljoenen voor marketing

Er zijn volgens agronoom Peters wel een aantal aardappelrassen die resistent zijn tegen de schimmelziekte, maar dat zijn enkel tafelaardappelen, deze zijn niet geschikt voor frites. Die kun je alleen maken van speciale rassen waar minimaal 350 gram droge stof per kilogram aardappel in zit, omdat ze anders slappe frites opleveren. “En dus betekent het”, zegt Peters, “Dat als wij enkel biologische aardappelen zouden gebruiken, we in phytophthora-rijke jaren onze fabrieken zeven maanden van het jaar stil hebben staan. We hebben een continue aanvoer van aardappelen nodig om onze klanten het hele jaar rond frites te kunnen leveren.”

Samen met de Wageningen Universiteit en adviesbedrijven kijkt de producent naar toepassing van duurzamere gewasbeschermingsmiddelen, kunstmeststoffen en machines. En naar het ontwikkelen van aardappelrassen die resistent zijn tegen de schimmelziekte en waar wél frites van kan worden gemaakt. Dat gebeurt via rassenveredeling. Aardappelteler Vincent Coolbergen, die zijn aardappels aan de fritesproducent levert, heeft zijn zinnen daarop gezet. Maar hij is ook kritisch. “Het is genetisch gezien mogelijk om rassen te kweken die resistent zijn tegen ziektes, maar het duurt heel erg lang. En als die rassen eenmaal beschikbaar zijn, gaan ze altijd eerst naar de biologische markt.”

Lees ook: Plastic van suikerbiet maakt bieten-businesscase voor boeren rond

112
Teler Vincent Coolbergen aan het werk op zijn land.

Biologische teelt in Europa

In de plannen van Farm to Fork staat ook dat de biologische teelt in Europa flink moet worden uitgebreid, van 8,5 procent nu naar 25 procent in 2030. Agronoom Peters verwacht dat dit alleen haalbaar is als gemiddelde voor de gehele Europese Unie, niet apart per land. Ten slotte moet het gebruik van kunstmest met 20 procent afnemen. “Het zijn uitdagingen die er hoe dan ook aankomen,” zegt Peters. “Dus we moeten in actie komen.”

Een andere uitdaging is dat de vraag naar biologische diepvriesfrites nog achterblijft. Zo had Lamb Weston / Meijer in het verleden een aantal fabrieken duurzaam gecertificeerd, maar is het daarmee gestopt door de tegenvallende verkoop. Terwijl je zou denken dat de vraag naar biologische teelt groeit. Want de burger staat, terecht of onterecht, ook steeds kritischer tegenover de landbouw. En daarmee ook de aardappelteelt.

Peters: “Ik hoor steeds vaker dat als telers met de spuit over het veld rijden, ze van buurtgenoten verwensingen naar het hoofd geslingerd krijgen, of hun middelvinger laten zien.” Teler Coolbergen uit de Zeeuwse Wilhelminapolder kan dat beamen. “Ik krijg wel eens mailtjes waarin iets uit onwetendheid wordt geroepen. Van de buitenkant zie je natuurlijk niet of ik met een milieubewust gewasbeschermingsmiddel spuit. Ik antwoord altijd. Dat ik het gebruik van zo min mogelijk middelen nastreef, maar dat ik ook moet voldoen aan de eisen van de afnemer. En dat hij anders geen aardappels kan eten.”

Lees ook: Hoe je, als tweede grootste fritesproducent ter wereld, grote duurzame impact maakt.

Duurzamer eten is in trek

De vraag naar biologische aardappelteelt blijft achter, volgens LWM-duurzaamheidsmanager Jolanda Dings neemt de vraag naar duurzamer eten juist enorm toe. “De vraag naar verduurzaming van onze producten en processen neemt toe, vooral naar verlaging van onze CO2-uitstoot, maar niet naar biologisch. Dus zetten wij vol in op verduurzaming van de totale keten van boer tot bord. Biologisch wordt vaak als synoniem gebruikt voor duurzaamheid, maar raakt voor ons alleen het aspect chemische gewasbescherming en heeft op andere aspecten indirect een negatieve impact op het milieu. Want er is meer land, meststoffen en water nodig om dezelfde hoeveelheid aardappelen te oogsten, omdat opbrengsten veel lager zijn, wat helaas ook leidt tot een hogere CO2-voetafdruk.” Het laat zien waar de farm to fork-strategie, mede vormgegeven door Eurocommissaris Frans Timmermans, wringt. In landen waar genoeg landbouwgrond beschikbaar is, lijkt biologisch veel haalbaarder dan in het krappe Nederland.

Eén goede oplossing is er daarom niet. Maar met rassenveredeling, goede voorlichting, een systeem waarin boeren hun data delen om van elkaar te leren en duurzame innovatie rolt er uiteindelijk een toekomstbestendige pieper van het land waar we patat van kunnen maken. En of die ook voldoet aan de zeer ambiteuze 2030 ‘farm to fork’ doelstellingen? Dat zal moeten blijken.

Jolanda Dings
Jolanda Dings: "De vraag naar verduurzaming van onze producten en processen neemt toe, vooral naar verlaging van onze CO2-uitstoot, maar niet naar biologisch" | Credit: Samen tegen voedselverspilling

Schrijf je in voor onze Newsbreak: iedere dag rond 12 uur het laatste nieuws

Wil jij iedere middag rond 12 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan! Schrijf je hier in voor onze Newsbreak.

Change Inc.

schrijf je in voor de nieuwsbrief

Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!

Schrijf je nu in

Nieuws & Verhalen

Changemakers

Bedrijven

Events


Producten & Diensten


Lidmaatschap

Inloggen

Nieuwsbrief & Memberships


Over Change Inc.

Over ons

Waarom Change Inc.

Team

Partnerships & Adverteren

Werken bij Change Inc.

Pers & media

Onze partners

Contact

Start

Artikelen

Changemakers

Bedrijven

Menu