De patenten liggen vast en de aanvraag voor de verplichte NEN-norm is ingediend. Na jaren zwoegen, ploeteren en vechten tegen bierkaaien was het zaterdag 28 september zover: onder het oog van de aandeelhouders en andere betrokkenen die er rotsvast in geloven, werd The Blade gepresenteerd in de hal van producent Cell Technologies in Etten-Leur. Eind 2025 moet daar de productie beginnen, zo’n 60.000 windmolentjes per jaar en wellicht nog wel meer. “Zo gaan we de energie-armoede aanpakken. We geven alle mensen de kans om hun woning te verduurzamen en om zelf hun groene stroom op te wekken. Dat is onze missie”, zeggen directeuren François Huijbregts en Marcel Naaktgeboren van Cell Technologies.
Bijna overal toegestaan
Het eerste model, The BladeX1, is 1,40 meter hoog en 60 centimeter in doorsnee. Dat is een maat die in bijna alle Nederlandse gemeenten is toegestaan. Hij komt namelijk niet op de nok, maar op een paal tegen de gevel naast het dak aan te staan. Alleen de turbine van 90 centimeter hoogte steekt boven het dak uit. Als dat minder dan 10 procent van de hoogte van het huis is, is dat bijna overal toegestaan in het bestemmingsplan. Verder maakt het molentje nauwelijks geluid en trilt het niet. Ook voor vogels vormt The Blade geen gevaar, dit in tegenstelling tot zijn grotere broers op zee en land. “Vogels zien dit als een schoorsteen en zullen er gewoon omheen vliegen”, zegt Huijbregts.
Uit hele wereld
Als de productie op toeren is kan elke Nederlander straks het molentje tegen zijn dak, op zijn balkon of in de tuin zetten. Maar de twee zien nog veel meer toepassingen. Op platte daken, op boerenakkers en op andere plekken waar geen stroom is. Of op lantaarnpalen, waar ze nauwelijks opvallen en groene stroom opwekken voor de openbare ruimte. Maar ook in landen als India of Kenia zou The Blade de energietransitie kunnen helpen. “Daar wordt nog veel gekookt met hout. Wat als al die mensen hiermee elektrisch kunnen koken? Hoeveel CO2-uitstoot zou dat schelen?”, oppert Naaktgeboren. Toen de twee begonnen met The Blade focusten ze zich vooral op Nederland en Nederlandse huizen, maar inmiddels krijgt Cell Technologies uit de hele wereld aanvragen. Van India tot Japan, van Zuid-Afrika tot Turkije en van Frankrijk tot Kenia stromen aanvragen binnen.
Wetenschappelijke weerstand
In Nederland stuitte The Blade vooral op ongeloof. Sommige wetenschappers lieten het duo glashard weten dat het niet kon, zoveel stroom opwekken met een kleine molen, en wilden niet meewerken. Daarnaast duurde het testen van modellen en het aanvragen van patenten of een NEN-test jaren. “Het is een heel lang en ingewikkeld traject geweest. Er komt zoveel bij kijken. Je loopt tegen veel dingen aan waarmee je nog nooit te maken hebt gehad. Daarnaast stuit je op zoveel wetenschappelijke weerstand. Als we er zelf niet 100 procent van overtuigd waren geweest, zouden we al lang gestopt zijn”, zeggen Huijbregts en Naaktgeboren.
Wet van Betz
Die weerstand komt van allerlei deskundigen die zeggen dat je met een windwokkel op je eigen balkon of dak nooit genoeg windenergie kan opwekken. Dat komt door de zogeheten Wet van Betz. Die is vernoemd naar Albert Betz, die in 1919 ontdekte dat maximaal 59,3 procent van de kinetische energie in de wind door windturbines omgezet kan worden in mechanische energie, oftewel: via de generator of dynamo in elektriciteit. Deze limiet zorgt er in de praktijk voor dat hoge windmolens met drie grote rotors relatief veel stroom kunnen opwekken en kleine windwokkels op daken relatief weinig. Volgens de Consumentenbond of Milieu Centraal is het dan ook niet rendabel om er in te investeren. The Blade bewijst het tegendeel.
Windenergie twee keer gebruikt
Hoe dat precies werkt, dat moesten de uitvinders lange tijd geheim houden. Anders zou het concept gekopieerd kunnen worden en zou het molentje snel op andere kanalen te koop zijn. Nu de patenten vastliggen kunnen ze het uitleggen. The Blade ‘omzeilt’ op twee manieren de Wet van Betz, of eigenlijk drie. Een plastic kap met openingen, die als een windvaan meedraait met de windrichting, zorgt er voor dat de aluminium bladen in de molen alleen wind vangen en niet tegelijkertijd afgeremd worden, zoals bij een windwokkel gebeurt. De vaan van die kap zorgt er aan de achterzijde voor dat de wind niet weg kan, maar nog een keer door het molentje wordt geleid. “De Wet van Betz geldt dus gewoon, maar wij gebruiken de energie uit de wind twee keer”, legt Naaktgeboren uit.
Transmissie
Een ander probleem is dat kleine windmolens óf niet genoeg kracht hebben óf niet snel genoeg kunnen draaien om de generator of dynamo zo aan te sturen dat die veel stroom opwekt. Dat hebben de twee opgelost via transmissie, net zoals dat bijvoorbeeld in een auto plaatsvindt. De ronddraaiende bladen zwengelen een groot tandwiel aan. Die tandwielen worden steeds kleiner, totdat ze verbonden worden met de generator. Daardoor is minder koppel nodig en kan de windmolen met veel snelheid (rotatie) genoeg kracht ontwikkelen om genoeg stroom op te wekken. “Dit hebben we nog bij geen enkel ander windmolentje gezien”, stellen de twee. Bij windkracht 4 draait het molentje al op vol vermogen. Mocht de windkracht te hoog worden, dan remt software in The Blade de molen af, zodat die niet kapot gaat.
Voorzichtige schatting
Hoeveel stroom The Blade kan opwekken, willen de twee eigenlijk pas zeggen als de NEN-test gedaan is. Daarbij wordt in een windtunnel precies bepaald hoeveel kilowattuur er onder welke windkracht wordt opgewekt. Zelf heeft het bedrijf het windmolentje twee keer getest. Niet in een open veld of op grote hoogte, maar onder omstandigheden die vergelijkbaar zijn bij plaatsing in een woonwijk. Ook zijn winddata op vijf meter hoogte gebruikt, terwijl The Blade meestal op tien meter hoogte komt te staan. “De testen zijn dus onder minder optimale omstandigheden uitgevoerd, maar toch schat ik voorzichtig in dat The Blade 2.500 tot 3.000 kilowattuur stroom per jaar kan opwekken”, zegt Huijbregts. Het bedrijf werkt al aan een grotere uitvoering van The Blade. De L1 wordt 2,50 meter hoog en 1 meter in doorsnede. “Die is te groot voor Nederlandse woonwijken, maar in het buitenland doen ze daar niet moeilijk over”, weet hij. “De L1 zou 10.000 kilowattuur per jaar kunnen opwekken.”
Gemeentelijk beleid verruimd
Zo’n duizend aandeelhouders geloofden wel in het concept en legden samen bijna een miljoen euro startkapitaal in. Zij mogen het windmolentje straks als eerste aanschaffen. The BladeX1 werd 28 september onthuld door de kleinzoon van Dordtenaar Rob Hagens. Hij voerde een lange strijd om dit soort windmolens op je dak of in je tuin te mogen zetten. Hij kreeg steun van de gemeenteraad en daardoor worden de mogelijkheden in Dordrecht verruimd. Windmolentjes mogen op het dak voortaan 20 procent boven de nok uitsteken. Op een paal in de voor- of achtertuin mogen ze tien meter hoog zijn. Daarmee is Dordrecht vooruitstrevender dan Oss, dat tot nu toe het meeste toestond. "Nu is Dordrecht een voorbeeld voor andere gemeenten. Die zouden dit beleid over moeten nemen, zodat iedereen in Nederland een kleine turbine mag plaatsen en zelf zijn groene stroom kan opwekken”, zegt Hagens. Hagens is ook een van de eersten die The Blade bij zijn huis mag plaatsen. “Ik kan niet wachten totdat hij op mijn dak staat en ik ben benieuwd of hij zoveel stroom produceert als ze beweren”, zegt hij.
Productie start in 2025
The Blade wordt straks in een hal in Etten-Leur geassembleerd. Die hal biedt werkgelegenheid aan zo’n tachtig mensen. De productie kan pas beginnen als de NEN-goedkeuring binnen is. Zonder NEN mag een product niet de Europese markt op. Dat stempeltje wordt uiterlijk april volgend jaar verwacht, maar hopelijk al in januari. Daarna duurt het nog zes maanden voordat de assemblage kan beginnen. Zo moeten de mallen voor het windmolentje nog gemaakt worden. Die kosten veel geld. Vanaf najaar 2025 wil Cell Technologies 60.000 Blades per jaar gaan produceren, maar wellicht meer. Het bedrijf is al met diverse partijen in gesprek die het windmolentje willen kopen. “Er is heel veel interesse”, stellen de twee.
Energy for the people
Om de molen financieel bereikbaar te maken voor zoveel mogelijk mensen kost hij ‘slechts’ 2.500 euro. Dat is zonder btw, paal en installatie. Die lage prijs past bij hun missie. Huijbregts en Naaktgeboren komen allebei uit de IT en ontmoetten elkaar in 2015. “Wij zijn tegenpolen, waardoor we elkaar goed aanvullen”, zeggen ze. Ieder voor zich waren ze bezig met de groene energietransitie. Huijbregts omdat hij zijn huis qua energie zelfvoorzienend wil maken. “Dat red je niet met zonnepanelen alleen. Daarom was ik op zoek naar een windmolentje dat genoeg elektriciteit opwekte om dat aan te vullen. Die bleek niet te bestaan”, vertelt hij. Naaktgeboren wilde de energie-armoede in Nederland bestrijden. “Mensen die het niet zo breed hebben moeten ook hun huis kunnen verduurzamen, maar met name huurders krijgen niet zo veel aandacht. Gemeenten geven hun energiesubsidie, maar investeren niet mee in de verduurzaming.” Huijbregts: “Ze geven ze als het ware te eten, maar leren ze niet vissen.” Het motto van Cell Technologies is dan ook: ‘Energy for the people’.
Lees ook:
- Staat dit Nederlandse windmolentje straks bij iedereen op het dak of in de tuin?
- Nieuwe Urgenda-achtige rechtszaak: mag iedere Nederlander zijn eigen windmolentje?
- Installatiebranche slaat terug: SolarNRG verkoopt zonnepanelen met energiecontract zonder terugleverboete
- Goedkope windenergie dankzij afwijkend type 'windmolen' gesteund door Bill Gates
schrijf je in voor de nieuwsbrief
Wil jij iedere ochtend rond 7 uur het laatste nieuws over duurzaamheid ontvangen? Dat kan!
Schrijf je nu in